Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.a
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 mei 2020 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 15 mei 2020.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 15 mei 2020, wordt het beroep van eiser tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn bezwaar tegen een brief van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap behandeld. Eiser had op 23 april 2019 bezwaar gemaakt tegen een brief van 15 maart 2019, waarin verweerder stelde dat deze brief geen besluit was waartegen bezwaar kon worden gemaakt. De rechtbank oordeelt dat de brief van verweerder geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is, omdat er geen wijziging in de rechten, verplichtingen of bevoegdheden van eiser is opgetreden. De rechtbank verwijst naar artikel 1:3 van de Awb, dat bepaalt dat er sprake moet zijn van een publiekrechtelijke rechtshandeling die gevolgen heeft voor de betrokken persoon. Eiser stelt dat de brief wel degelijk rechtsgevolgen heeft, maar de rechtbank volgt deze redenering niet. De rechtbank concludeert dat de brief geen besluit is en dat verweerder het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Eiser krijgt geen gelijk en er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak is openbaar gemaakt, maar niet in een zitting vanwege coronamaatregelen.