ECLI:NL:RBMNE:2020:4230
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijzondere bijstand voor kosten woninginrichting op basis van individuele omstandigheden
In deze zaak heeft eiser, die sinds 1997 een asielaanvraag heeft ingediend en in 2008 een verblijfsvergunning heeft gekregen, een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van woninginrichting. Eiser woont sinds 2008 zelfstandig in Utrecht en ontvangt sinds 2011 een bijstandsuitkering. De aanvraag voor bijzondere bijstand van € 5.000,- is door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht afgewezen, omdat eiser deze kosten uit zijn eigen inkomen of vermogen moet kunnen betalen. Eiser heeft geen bezwaar gemaakt tegen een eerdere afwijzing van een soortgelijke aanvraag in 2017.
De rechtbank heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat eiser niet behoort tot de bijzondere doelgroepen die in aanmerking komen voor bijzondere bijstand. De rechtbank oordeelt dat eiser, gezien zijn financiële situatie en het feit dat hij al jaren een bijstandsuitkering ontvangt, in staat moet worden geacht om te reserveren voor de kosten van woninginrichting. De rechtbank heeft ook overwogen dat de omstandigheid dat eiser een verblijfsvergunning heeft gekregen op basis van het generaal pardon, op zichzelf geen bijzondere omstandigheid vormt die recht geeft op bijstand.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, omdat niet is aangetoond dat er bijzondere omstandigheden zijn die het verstrekken van bijstand rechtvaardigen. De uitspraak is gedaan op 21 juli 2020, en tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.