Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 november 2020 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Op 13 juli 2004 heeft eiser gevraagd om een herleving van zijn Wajong-uitkering. Op 4 oktober 2004 heeft verweerder het verzoek afgewezen. Eiser heeft hiertegen geen bezwaar gemaakt, zodat het besluit van 4 oktober 2004 in rechte vast is komen te staan. Hierna heeft eiser verweerder nogmaals meerdere keren verzocht om terug te komen op het besluit van 4 oktober 2004. Met de brieven van 11 maart 2008, 29 oktober 2008, 13 november 2008 en 7 januari 2019, 19 januari 2019 en 26 september 2019 heeft verweerder bepaald dat het besluit van 4 oktober 2004 niet wordt herzien. Hiertegen heeft eiser geen bezwaar tegen gemaakt.
De rechtbank concludeert dat verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat er geen sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden. Daarom heeft verweerder terecht het besluit van 4 oktober 2004 niet herzien.