ECLI:NL:RBMNE:2021:1233
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Weigering drank- en horecavergunning op basis van Bibob-advies wegens ernstig gevaar voor strafbare feiten
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 30 maart 2021, werd de aanvraag van verzoekster, een B.V. die een drank- en horecavergunning voor haar restaurant wilde verkrijgen, afgewezen door de burgemeester van Lelystad. De weigering was gebaseerd op een Bibob-advies, waaruit bleek dat er een ernstig gevaar bestond dat de vergunning zou worden gebruikt voor het plegen van strafbare feiten. Het Bibob-advies wees op meerdere overtredingen van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr) door verzoekster en aanverwante ondernemingen, waaronder het niet betalen van belasting en het ontvangen van verzuimboetes.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester zich op goede gronden op het standpunt had gesteld dat de vergunning niet verleend kon worden. De rechter benadrukte dat de belangen van verzoekster niet opwogen tegen het algemeen belang van het voorkomen van strafbare feiten. De voorzieningenrechter concludeerde dat er voldoende aanwijzingen waren dat de vergunning zou kunnen worden misbruikt, en dat de burgemeester de aanvraag terecht had afgewezen. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd dan ook afgewezen, en de rechter stelde vast dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak bevestigt de mogelijkheid voor bestuursorganen om op basis van Bibob-adviezen vergunningaanvragen te weigeren wanneer er ernstige aanwijzingen zijn voor criminele activiteiten, en onderstreept het belang van integriteit in de horeca.