ECLI:NL:RBMNE:2021:1762
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning briefadres en terugwerkende kracht in bestuursrechtelijke context
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 29 april 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere. De eiser had een briefadres aangevraagd voor de periode van 8 januari 2020 tot 8 april 2020, terwijl hij in een brandwondencentrum verbleef. Het college had het verzoek om terugwerkende kracht bij de toekenning van het briefadres afgewezen, wat de eiser aanvocht. De rechtbank oordeelde dat de wet, specifiek artikel 2.20 van de Wet basisregistratie personen (Wet brp), geen ruimte biedt voor terugwerkende kracht bij de inschrijving van een briefadres. De rechtbank stelde vast dat de aangifte van het briefadres op 8 januari 2020 door het college was ontvangen, en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een uitzondering op de wet rechtvaardigden. De rechtbank verwierp de argumenten van de eiser dat er een belangenafweging gemaakt moest worden en dat de rechtspraak inzake bijstandsverlening analoog toegepast moest worden. De rechtbank concludeerde dat het college terecht het briefadres had toegekend voor de gevraagde periode en verklaarde het beroep van de eiser ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.