Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 10 mei 2021 met producties (9)
- de conclusie van antwoord tevens (voorwaardelijke) eis in reconventie
- de mondelinge behandeling op 18 mei 2021. In verband met overheidsmaatregelen die zijn uitgevaardigd als gevolg van de uitbraak van het Corona-virus en de omstandigheid dat [eiser] in het buitenland verblijft, heeft deze zitting via Skype plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van de zitting.
- de pleitnota van [eiser]
- de pleitnota van Modis.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
All bilateral agreements are cancelled and there is no flexibility anymore regarding working from the UK while employed in the Netherlands” gemotiveerd betwist. [eiser] stelt dat tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk nog steeds verdragen gelden die voorkomen dat dubbele loonbelastingen worden geheven en dat dubbele premies worden betaald voor sociale zekerheden. Modis heeft haar stelling dat er vanaf 31 januari 2021 wel sprake is van een nieuwe situatie voor wat betreft de afdracht van premies en heffingen in het Verenigd Koninkrijk niet nader geconcretiseerd. Zo heeft Modis de regelgeving waar zij zich op beroept niet in het geding gebracht, noch is de gestelde mededeling van de Britse belastingdienst op enigerlei wijze onderbouwd of is op andere wijze geconcretiseerd dat zij verplicht is om (voor [eiser] ) zowel in Nederland als in het Verenigd Koninkrijk afdrachten te doen. Dit betekent dat de kantonrechter in dit kort geding zonder nader onderzoek niet goed kan beoordelen of het standpunt van Modis hout snijdt en of de daarop gebaseerde instructie redelijk is. Deze onduidelijkheid in samenhang bezien en afgewogen tegen de bijzondere omstandigheden van dit moment – de Coronapandemie, de instructie van ESA/ESTEC aan haar werknemers om vanuit huis te werken, en het feit dat de zoon van [eiser] tot de Coronarisicogroep behoort – leiden tot het voorlopig oordeel dat op dit moment onvoldoende aannemelijk is dat de bodemrechter zal oordelen dat er sprake is van een redelijke grond voor de door Modis gegeven instructie. Dit betekent dat de weigering van [eiser] om die instructie op te volgen Modis geen aanleiding had mogen geven om de betaling van het loon te stoppen.
747,00(tarief € 747,00)