Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift van [verzoekende partij] , met bijlagen 1 tot en met 3, binnengekomen op de griffie op 28 januari 2021;
- de e-mail van de ABS met daarbij een schriftelijke reactie van 26 maart 2021.
2.Waar gaat het over?
- primair:op grond van artikel 1:24 van het Burgerlijk Wetboek (BW) te bepalen dat diens geboorteakte doorgehaald wordt en de ABS wordt gelast een nieuwe geboorteakte op te maken en daarbij, bij de vermelding van het geslacht, op te nemen: ‘het geslacht is niet kunnen worden vastgesteld’;
- subsidiair:te bepalen dat diens geboorteakte verbeterd wordt en bij de vermelding van het geslacht ‘het geslacht is niet kunnen worden vastgesteld’ vermeld wordt, en de ABS wordt gelast laatstgenoemde als latere vermelding in diens geboorteakte op te nemen;
- voorts:de ABS te gelasten over te gaan tot inschrijving van alle voornoemde voor inschrijving vatbare beslissingen in de daartoe bestemde registers.
3.De beoordeling
Kamerstukken I,2019-2020, 33351, nr. I, p. 13) en ook de uitspraak van de Hoge Raad van 20 oktober 1995 (ECLI:NL:HR:1995:ZC1853 m.nt. J. de Boer). Bovendien sluit deze vorm van registratie beter aan bij de huidige wel wettelijke geregelde mogelijkheid om wijziging van het geslacht in de akte van geboorte te verzoeken, zoals geregeld in artikel 1:28 tot en met 1:28c BW.