16. De rechtbank volgt eiser ook niet in zijn standpunt dat hij niet als overtreder kan worden aangemerkt omdat hij slechts bijrijder was. Het tijdstip van de aanhouding, de aard van de gereedschappen, de plek waar deze zijn aangetroffen in de auto, de antecedenten van eiser en de bestuurder, en de informatie over de auto, maken dat eiser wel degelijk ook als overtreder kan worden aangemerkt en niet als een toevallige passagier die ongelukkigerwijs is ingestapt in een auto waarin inbrekerswerktuigen werden vervoerd. Verweerder heeft hem dan ook mogen verwijten dat hij inbrekerswerktuigen aan het vervoeren was.
17. Eiser stelt verder dat verweerder de bestuurlijke rapportage van 15 juli 2020 niet aan de last onder dwangsom ten grondslag heeft mogen leggen. De politie maakt in die rapportage melding van nog twee aanhoudingen van eiser. De eerste is op 9 april 2020 en de tweede op 18 juni 2020. Deze bestuurlijke rapportage en de aanhouding van 18 juni 2020 dateren van een latere datum dan de last onder dwangsom en kunnen dus niet als onderbouwing daarvan dienen. Wat betreft de aanhouding op 9 april 2020 geldt volgens eiser dat hij is vrijgesproken van de verdenking van betrokkenheid bij een poging tot diefstal met braak uit een bedrijfsauto. Ten onrechte neemt verweerder volgens eiser steeds aan dat eiser voor het feit op 9 april 2020 is veroordeeld.
18. De rechtbank volgt eiser niet in dit standpunt. Anders dan eiser stelt heeft verweerder de aanhoudingen die zijn vermeld in de bestuurlijke rapportage van 15 juli 2020 niet aan de last onder dwangsom ten grondslag gelegd. De last onder dwangsom is alleen gebaseerd op de feiten genoemd in de bestuurlijke rapportage van 20 maart 2020.
Alleen al daarom slaagt deze beroepsgrond niet.
19. Verweerder heeft in de in de bestuurlijke rapportage van 15 juli 2020 genoemde feiten en omstandigheden wel een aanwijzing mogen zien dat eiser zich ook ná 12 maart 2020 bleef bezighouden met het vervoeren van inbrekerswerktuigen. Op 9 april 2020 is eiser om 05:00 uur is aangehouden als bijrijder in dezelfde auto als waar hij op 12 maart 2020 in meereed. Hij was in gezelschap van dezelfde bestuurder als toen en in de auto werden handschoenen aangetroffen. Eiser droeg een zaklampje bij zich. Op 18 juni 2020 heeft de politie eiser in het kader van een controle aangehouden. Hij werd omstreeks 01:41 uur aangetroffen in een naburige gemeente van [gemeente] terwijl hij achter in een auto lag. Ook toen had hij gereedschappen bij zich die verweerder aanmerkt als inbrekerswerktuigen.
20. Verweerder heeft in het bestreden besluit vooral verwezen naar de aanhouding van eiser op 9 april 2020. Ter zitting heeft verweerder toegelicht dat deze verwijzing alleen gaat over het feit dat eiser ook bij deze aanhouding inbrekerswerktuigen vervoerde en dat verweerder niet uitgaat van een veroordeling van eiser wegens poging tot diefstal met braak.
21. Verweerder heeft de bestuurlijke rapportage bij de besluitvorming in bezwaar mogen betrekken. Dit past namelijk bij de volledige heroverweging die verweerder in de bezwaarprocedure op grond van artikel 7:11 van de Awb verricht. Hij heeft mogen concluderen dat eiser niet is gestopt met het vervoeren van inbrekerswerktuigen en hij heeft daarin (mede) aanleiding mogen zien om de last onder dwangsom in bezwaar te handhaven.
22. Verweerder heeft aan eiser dus de last onder dwangsom mogen opleggen.
De vier invorderingen
23. Verweerder heeft vervolgens drie invorderingsbesluiten genomen (waarvan er één zag op twee dwangsommen), omdat volgens hem vier dwangsommen zijn verbeurd. Aan invorderingsbesluit 1 ligt een bestuurlijke rapportage van 19 december 2020 ten grondslag, waarin is vermeld dat eiser op 10 december 2020 om 01:39 uur is aangehouden. Hij bestuurde toen zelf de auto die genoemd is in de eerdere rapportages. Op de vloer bij de bijrijdersstoel lagen twee schroevendraaiers met een platte kop, waarvan uit de politiepraktijk bekend is dat deze kunnen worden gebruikt voor het onrechtmatig openen of verbreken van sluitingen. In het dashboardkastje werden handschoenen aangetroffen, waarvan bekend is dat dit soort handschoenen vaak wordt gebruikt door criminelen om geen vingerafdrukken achter te laten.
24. Aan invorderingsbesluit 2 liggen twee bestuurlijke rapportages van 5 januari 2021 ten grondslag. In de eerste rapportage is vermeld dat eiser is aangehouden op 13 december 2020 om 02:48 uur, als enige inzittende in de eerdergenoemde auto. Hij is gevlucht voor de controle en nadat hij is klemgereden is gebleken dat er in de kofferbak schroevendraaiers lagen, waarvan uit de politiepraktijk bekend is dat deze kunnen worden gebruikt voor inbraak. Ook werden handschoenen aangetroffen. Uit de tweede bestuurlijke rapportage blijkt dat eiser is aangehouden op 31 december 2021 om 09:35 uur. Ook deze keer heeft eiser geprobeerd te vluchten nadat hij een stopteken van de politie kreeg. Hij heeft de auto waarin hij zat verlaten, maar is even later aangehouden. In de auto zijn het soort handschoenen aangetroffen dat wordt gebruikt door criminelen om geen vingerafdrukken achter te laten. Achter de bestuurdersstoel werd een zwart gereedschapskistje aangetroffen met daarin doppen en een torxset. Naast dat kistje lag een set inbussleutels. In het handschoenenvakje werd een schroevendraaier aangetroffen, van het type waarvan bekend is dat het wordt gebruikt voor het vergemakkelijken van diefstal door middel van braak.
25. Aan invorderingsbesluit 3 ligt een bestuurlijke rapportage ten grondslag van