ECLI:NL:RBMNE:2022:2763

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 juni 2022
Publicatiedatum
13 juli 2022
Zaaknummer
21/5204
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag Wajong-uitkering na zorgvuldig medisch en arbeidskundig onderzoek

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 8 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, die een Wajong-uitkering aanvroeg, en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiser, geboren op [geboortedatum], heeft een autismespectrumstoornis, een obsessief-compulsieve stoornis en terugkerende somberheid. Op 9 november 2020 diende hij een aanvraag in voor een Wajong-uitkering, maar het Uwv wees deze aanvraag af op 14 april 2021, omdat eiser volgens hen niet voldeed aan de voorwaarden voor de uitkering. Eiser maakte bezwaar, maar het Uwv verklaarde dit bezwaar ongegrond op 30 november 2021. Eiser ging hiertegen in beroep.

Tijdens de zitting op 29 april 2022, waar eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde, werd het beroep behandeld. De rechtbank oordeelde dat het Uwv zorgvuldig onderzoek had verricht, waarbij de verzekeringsartsen de medische situatie van eiser goed in kaart hadden gebracht. De rechtbank volgde de conclusies van de verzekeringsartsen dat eiser niet voldeed aan de voorwaarden voor een Wajong-uitkering, omdat hij in staat was om ten minste één uur aaneengesloten en vier uur per dag te werken. Eiser had geen nieuwe medische informatie ingebracht die zijn standpunt onderbouwde.

De rechtbank concludeerde dat de aanvraag voor de Wajong-uitkering terecht was afgewezen. Eiser kreeg wel het griffierecht terug en een vergoeding van zijn proceskosten, omdat hij beroep had moeten instellen om betaling van een dwangsom te verkrijgen. De rechtbank droeg het Uwv op om deze kosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/5204

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 juni 2022 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,

(gemachtigde: mr. M. Bathoorn),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(het Uwv).

Inleiding

Eiser is geboren op [geboortedatum] en is op [datum] 18 jaar geworden. Er is bij eiser sprake van een autismespectrumstoornis, een obsessief compulsieve stoornis en een terugkerende somberheid die deels samenhangt met zijn autisme. Op 9 november 2020 heeft hij een aanvraag ingediend voor beoordeling van zijn arbeidsvermogen, omdat hij een uitkering wil krijgen op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong).
Met het besluit van 14 april 2021 (het primaire besluit) heeft het Uwv bepaald dat eiser geen Wajong-uitkering krijgt, omdat hij niet aan de voorwaarden voldoet. Volgens het Uwv heeft eiser arbeidsvermogen. Het Uwv heeft zich daarvoor gebaseerd op de rapporten van de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige.
Eiser heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. Met de beslissing op bezwaar van 30 november 2021 (het bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar van eiser ongegrond verklaard. Het Uwv heeft zich hiervoor gebaseerd op de rapporten van zijn verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep. Zij concluderen dat er geen aanleiding is om af te wijken van het oordeel van de primaire verzekeringsarts en arbeidsdeskundige.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het beroep van eiser is behandeld op de zitting van 29 april 2022 via MS Teams. Eiser was bij de zitting aanwezig en werd bijgestaan door zijn gemachtigde. Het Uwv heeft zich voor de zitting afgemeld.

Geschil en beoordelingskader

1. Het Uwv heeft geweigerd om de Wajong-uitkering toe te kennen omdat eiser volgens het Uwv niet voldoet aan de voorwaarden voor een Wajong-uitkering. Eiser stelt zich op het standpunt dat hij, gelet op zijn problematiek, wel voldoet aan de voorwaarden voor een Wajong-uitkering. Volgens eiser heeft het Uwv ten onrechte geweigerd om aan eiser een Wajong-uitkering te verlenen.
2. Op grond van de artikelen 1a:1 en 1a:2 van de Wajong kan een recht op een Wajong-uitkering ontstaan als een betrokkene als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling, geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie (geen arbeidsvermogen) heeft.
Artikel 1a, eerste lid, Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten bepaalt dat iemand ‘geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft’ indien hij:
a. geen taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie;
b. niet over basale werknemersvaardigheden beschikt;
c. niet aaneengesloten kan werken gedurende ten minste een periode van een uur; of
d. niet ten minste vier uur per dag belastbaar is, tenzij hij ten minste twee uur per dag belastbaar is en in staat is per uur ten minste een bedrag te verdienen dat gelijk is aan het minimumloon per uur.

Beoordeling door de rechtbank

Zorgvuldigheid medisch onderzoek
3. Eiser voert aan dat het onderzoek onvoldoende zorgvuldig is geweest omdat de primaire verzekeringsarts heeft nagelaten contact op te nemen met de medische behandelaars van eiser. Ter zitting is deze grond toegelicht en is duidelijk geworden dat eiser vindt dat de verzekeringsartsen van het Uwv contact hadden moeten zoeken met de behandelend sector om navraag te doen naar de beperkingen van eiser op basis van de diagnose, de behandeling en het dagverhaal. De rechtbank volgt eiser hierin niet en legt dit uit.
4. De rechtbank ziet in wat eiser aanvoert geen reden om aan te nemen dat het onderzoek van de verzekeringsartsen onzorgvuldig is. Naar het oordeel van de rechtbank hebben de verzekeringsartsen een zorgvuldig onderzoek verricht. De primaire verzekeringsarts heeft dossierstudie verricht en heeft eiser op het spreekuur van 19 maart 2021 gehoord en heeft eiser psychisch onderzocht. Ook heeft de primaire verzekeringsarts een brief van [psycholoog] [plaats 1] van 25 september 2019 in de beoordeling betrokken.
De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het dossier bestudeerd en heeft eiser gesproken op de hoorzitting van 23 november 2021 via beeldbellen. Ook heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep de door eiser overgelegde medische informatie, waaronder de rapporten van [psycholoog] [plaats 1] van 10 februari 2020, 27 maart 2020, 21 mei 2019 en een rapport van [psycholoog] [plaats 2] van 31 maart 2012 in de beoordeling betrokken. Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het Uwv zich heeft mogen baseren op de medische beoordelingen van de verzekeringsartsen. Niet gebleken is dat er medische informatie is gemist. Het is volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep niet op voorhand onzorgvuldig als geen medische informatie wordt opgevraagd. [1] Indien een verzekeringsarts van mening is dat hij voldoende informatie heeft om zich een oordeel te vormen over de medische situatie van betrokkene, mag hij in principe afgaan op zijn eigen oordeel en heeft hij de vrijheid om af te zien van het (nader) opvragen van medische informatie. De beroepsgrond slaagt niet.
Medische beoordeling
5. Eiser heeft aangevoerd dat hij niet één uur aaneengesloten en ten minste vier uur per dag kan werken. De conclusie van de verzekeringsarts bezwaar en beroep hierover is onjuist en is alleen gebaseerd op werkzaamheden van eiser die hij in de sportschool heeft verricht. Het verleden van eiser maakt juist duidelijk dat hij hiertoe niet in staat is.
6. De rechtbank geeft eiser hierin geen gelijk en zal dit hierna uitleggen. De primaire verzekeringsarts vindt dat eiser ten minste één uur aangesloten kan werken en ten minste vier uur per dag belastbaar is omdat eiser dit in de praktijk heeft laten zien. Eiser heeft in het verleden verschillende dienstverbanden gehad. Hierbij wijst de primaire verzekeringsarts op parttime en fulltime dienstverbanden die eiser twee jaar heeft vervuld. De primaire verzekeringsarts onderkent dat in 2019 een ontwikkelingsstoornis bij eiser is vastgesteld en dat eiser in de praktijk werk niet lang heeft kunnen behouden. Volgens de primaire verzekeringsarts heeft eiser moeite om de lange termijn doelen voor ogen te houden, te structureren, prioriteiten te stellen en samen te werken. Eiser raakt overprikkeld door drukte en contact met mensen en vindt het moeilijk om met stress om te gaan. Eiser vindt het ook moeilijk om met nieuwe dingen om te gaan. Bij veel spanning is hij geneigd om weg te blijven. Volgens de primaire verzekeringsarts vindt eiser het ook moeilijk om zijn eigen gevoelens te uiten en een hoog handelingstempo te realiseren.
7. De verzekeringsarts bezwaar en beroep vindt dat de primaire verzekeringsarts het onderzoek goed en volledig heeft gedaan. Hij is het daarom eens met de primaire verzekeringsarts en hij neemt de conclusies en de motivering van de primaire verzekeringsarts over.
8. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft op grond van de beschikbare medische informatie geconstateerd dat er sprake is van een autismespectrumstoornis, een obsessief compulsieve stoornis en terugkerende somberheid die deels samenhangt met het autisme. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep kan eiser met de beperkingen die de primaire verzekeringsarts heeft vastgesteld, één uur aaneengesloten en ten minste vier uur per dag werken. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft er verder rekening mee gehouden dat werken zeer stressvol voor eiser zal zijn en dat het zwaar zal zijn voor eiser om het werken vol te houden. Daarom vindt de verzekeringsarts bezwaar en beroep, net zoals de primaire verzekeringsarts, dat eiser niet meer dan vier uur per dag kan werken. De verzekeringsarts bezwaar en beroep vindt een verdergaande urenbeperking niet passend. Uit het dagverhaal van eiser, met meerdere activiteiten op een dag, blijkt niet dat een verdergaande urenbeperking nodig is vanwege energetische of beschikbaarheidsgronden. De verzekeringsarts bezwaar en beroep vindt dat er met een urenbeperking van vier uur werken op een dag in ruime mate tegemoet wordt gekomen aan de mentaal energetische beperkingen van eiser. Dit betekent dat er genoeg tijd is om bij te komen van eenvoudige, dagelijkse activiteiten en handelingen.
9. De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep zijn medische beoordeling hiermee voldoende heeft gemotiveerd. De rechtbank kan deze motivering ook volgen. Eiser heeft in beroep geen medische informatie ingebracht waaruit volgt dat hij een zodanige beperking heeft dat hij niet vier uur per dag belastbaar is. Ook heeft eiser geen medische onderbouwing gegeven voor zijn standpunt dat hij niet ten minste één uur aaneengesloten kan werken. Dat betekent dat eiser niet voldoet aan de verzekeringsgeneeskundige voorwaarden voor toekenning van het recht op een Wajong-uitkering. Dat eiser zelf vindt dat zijn klachten zijn onderschat, doet de rechtbank niet twijfelen aan de juistheid van de medische beoordeling door de verzekeringsarts bezwaar en beroep.
Arbeidskundige beoordeling
Een taak uitvoeren in een arbeidsorganisatie
10. Eiser voert aan dat hij geen taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie omdat de voor eiser uitgekozen taak (handmatig afwassen) niet passend is voor hem. De omstandigheid dat eiser thuis de kattenbak verschoont, is anders als hij deze taak zou moeten uitvoeren in een arbeidsorganisatie, aldus eiser. Ter zitting is deze grond toegelicht en is duidelijk geworden dat eiser vindt dat de omgeving in een dierenpension of -asiel niet altijd rustig is en daar veel geluiden kunnen zijn.
11. De primaire arbeidsdeskundige heeft als voorbeeld voor het uitvoeren van een taak de taak handmatig afwassen (0303) uitgekozen en geoordeeld dat eiser in staat is om die taak uit te voeren. In de taakomschrijving handmatig afwassen staat welke taakspecifieke eisen in deze taak moeten worden uitgevoerd. Dat zijn onder meer het legen en afwassen van vuile etensbakken van honden en katten, speeltjes en kattenbakken.
Bij het uitkiezen van deze taak heeft de primaire arbeidsdeskundige rekening gehouden met de beperkingen die uit het medische rapport van de primaire verzekeringsarts naar voren zijn gekomen. Zo is onder meer rekening gehouden met het feit dat eiser moeite heeft met structureren, prioriteiten stellen, plotselinge veranderingen en samenwerken. Ook heeft de primaire arbeidsdeskundige rekening gehouden met het feit dat eiser moeite heeft met plannen en om lange termijn doelen voor ogen te houden en vol te houden. Het gaat volgens de primaire arbeidsdeskundige om overzichtelijke werkzaamheden met een duidelijke structuur. Er wordt gewerkt in een keuken van een pension of asiel. Dit is volgens de primaire arbeidsdeskundige over het algemeen een rustige omgeving waar maar één persoon bezig kan zijn met de afwas. Er is dan geen sprake van veel drukte of veel mensen om hem heen. Naar het oordeel van de primaire arbeidsdeskundige heeft eiser de kennis en vaardigheden om deze taak uit te voeren omdat hij in zijn thuissituatie een kat heeft en een kattenbak kan verschonen. De rechtbank kan deze toelichting volgen.
12. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft toegelicht dat de uitgekozen taak past bij de beperkingen die voor eiser zijn aangenomen. Een dierenpension of -asiel is in het algemeen gericht op het creëren en behouden van een rustige sfeer om stress bij de dieren te voorkomen. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft toegelicht dat de beoordeling of iemand een taak kan uitvoeren plaatsvindt op taakniveau en begint bij de inventarisatie van de activiteiten in het dagelijks leven. Daarbij worden de verschillende taken die iemand in het dagelijks leven uitvoert in kaart gebracht. Het zwaartepunt ligt daarbij op taken die vergelijkbaar zijn met taken in het takenbestand. De rechtbank kan ook deze toelichting volgen.
13. De rechtbank is van oordeel dat de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep voldoende heeft gemotiveerd dat eiser een taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie. Eiser heeft in beroep geen nieuwe medische informatie ingebracht om de beoordeling door de arbeidsdeskundige in bezwaar en beroep te ontkrachten. De beroepsgrond slaagt niet.
Basale werknemersvaardigheden
12. Eiser voert aan dat hij niet over basale werknemersvaardigheden beschikt omdat hij geen afspraken kan nakomen. Eiser gaat niet naar buiten als het regent en dit kan ervoor zorgen dat eiser zijn afspraken niet nakomt.
13. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep is het eens met de primaire arbeidsdeskundige en neemt de motivering en de conclusies van de primaire arbeidsdeskundige over.
De primaire arbeidsdeskundige heeft geconcludeerd dat eiser beschikt over basale werknemersvaardigheden omdat de primaire verzekeringsarts dit heeft beoordeeld. De primaire verzekeringsarts heeft geen beperkingen aangegeven waaruit blijkt dat eiser niet in staat is om afspraken na te komen met een werkgever. Ook is eiser cognitief en medisch gezien in staat om opdrachten te begrijpen, te onthouden en uit te voeren omdat eiser geen beperkingen heeft ten aanzien van herinneren of het ontwikkelen van vaardigheden. Eiser heeft meerdere keren voor langere tijd gewerkt waarbij hij in staat was op tijd te komen en opdrachten te begrijpen, onthouden en uit te voeren. De rechtbank kan deze toelichting volgen.
14. De primaire verzekeringsarts heeft ook aangegeven dat de afkeer van eiser om niet naar buiten te willen gaan met regen, moet worden gezien als een ontbrekende affiniteit en niet als een ontbrekende capaciteit. Volgens de primaire verzekeringsarts kan eiser met gerichte hulp en begeleiding (die ingaat op de rationele motieven van eiser) naar buiten toe als het regent en zo ervaren dat het wel mogelijk voor hem is. Deze afkeer is volgens de verzekeringsarts niet typisch voor zijn diagnoses. De rechtbank kan ook deze toelichting, die door eiser niet gemotiveerd is bestreden, volgen.
15. De rechtbank is van oordeel dat de arbeidsdeskundige voldoende heeft toegelicht dat eiser over basale werknemersvaardigheden beschikt. Verder heeft eiser in beroep geen nieuwe medische informatie ingebracht waaruit volgt dat het aannemelijk is dat eiser niet over basale werknemersvaardigheden beschikt. De beroepsgrond slaagt niet.
Jobcoach / begeleiding
16. Volgens eiser heeft de arbeidsdeskundige ten onrechte niet duidelijk gemaakt in welke mate zijn mentale blokkades opgevangen kunnen worden met begeleiding. Een jobcoach heeft eerder in het verleden niet tot de gewenste resultaten geleid, aldus eiser.
17. De primaire arbeidsdeskundige heeft toegelicht dat eiser arbeidsvermogen heeft, maar dat eiser wel ondersteuning nodig heeft bij het vinden en behouden van passend werk. Dat het in het verleden niet is gelukt om werk vast te houden komt volgens de arbeidsdeskundige vooral door het ontbreken van begeleiding en doordat het werk waarschijnlijk niet passend was voor eiser. In passend werk en met goede ondersteuning beschikt eiser volgens de arbeidsdeskundige wel over arbeidsvermogen. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep is het hiermee eens en heeft toegelicht dat adequate begeleiding door een jobcoach die is gespecialiseerd in de problematiek van eiser, mogelijk wel tot resultaat zou kunnen leiden. De rechtbank kan deze toelichting volgen. Deze beroepsgrond slaagt niet.

Conclusie en gevolgen

18. In de voorgaande overwegingen heeft de rechtbank geoordeeld dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep zorgvuldig hebben toegelicht waarom eiser niet voldoet aan de voorwaarden voor een Wajong-uitkering. Dat betekent dat de aanvraag voor een Wajong-uitkering terecht is afgewezen. Het beroep is daarom ongegrond.
19. Eiser krijgt wel het griffierecht terug en een vergoeding van zijn proceskosten, voor zover het betreft de dwangsom. Dit komt omdat eiser beroep heeft moeten instellen om betaling van de door hem gevorderde dwangsom te verkrijgen. Het Uwv moet deze vergoeding betalen. De vergoeding wordt met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. De bijstand door een gemachtigde levert 1 punt op (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 759,- en een wegingsfactor 0,5 [2] ).Toegekend wordt € 379,50. Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond;
- draagt het Uwv op het betaalde griffierecht van € 49,- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt het Uwv tot betaling van € 379,50 aan proceskosten aan eiser.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, rechter, in aanwezigheid van mr. G.M.C.P. Maarhuis, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 8 juni 2022.
griffier
rechter
de rechter is verhinderd deze uitspraakmede te ondertekenen
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Uitspraak van de CRvB van 20 augustus 2020, ECLI:NL:CRVB:2020:1937 en de uitspraak van de CRvB van 7 december 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:497.
2.Uitspraak van de CRvB van 26 juli 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:2288.