Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 3 september 2021 met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie met producties;
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties;
- twee aktes met aanvullende producties van [eiser] ;
- een akte met aanvullende producties tevens een vermeerdering en vermindering van eis in reconventie van [gedaagde] .
2. Waar gaat deze zaak over?
3. De overwegingen
[eiser] stelt dat hij de gemaakte afspraken heeft nageleefd door het geschikte project bij [gedaagde] aan te dragen en ervoor te zorgen dat [gedaagde] dat kon kopen. [gedaagde] heeft het project met winst aan een derde kunnen verkopen, waardoor [eiser] aanspraak maakt op een derde deel van de nettowinst.
Volgens [gedaagde] moest [eiser] niet alleen ervoor zorgen dat [gedaagde] de onroerende zaken kon kopen, maar moest [eiser] na aankoop ook zorgen voor het verkopen van de zaken na opschonen etc. Volgens [gedaagde] heeft [eiser] dat ten onrechte niet gedaan. Daardoor heeft [eiser] geen aanspraak op de vergoeding. [gedaagde] stelt dus dat partijen een opschortende of aanvullende voorwaarde zijn overeengekomen. Dit is een bevrijdend verweer. Het gevolg daarvan is dat [gedaagde] de bewijslast heeft van het bestaan van deze afspraak tussen partijen.
€ 100.000,- zijn. In het proces-verbaal staat dat [gedaagde] heeft gezegd dat ‘
het klopt dat hij dat bedrag dus nog wel van mij moet krijgen’. [gedaagde] heeft toen niet gezegd dat [eiser] geen recht heeft op de vergoeding, omdat hij na aankoop door [gedaagde] geen werkzaamheden heeft verricht voor het project.
Nevenvorderingen in conventie
€ 2.075,54 aan buitengerechtelijke incassokosten.
- dagvaarding € 123,60
€ 3.540,00(2 punten x tarief V)
totaal € 5.329,60