Beoordeling van de rechtbank
9. De rechtbank is van oordeel dat het beroep ongegrond is. Eiser krijgt dus geen gelijk.
De rechtbank zal aan de hand van de beroepsgronden van eiser uitleggen hoe zij tot die conclusie is gekomen.
Niet geschikt voor een van de geduide functies vanwege toename beperkingen
10. Eiser voert aan dat het Uwv ten onrechte heeft geconcludeerd dat hij voor één van de
geduide functies geschikt is. Hij wijst ter onderbouwing op het rapport van het Expertise Instituut van 2 december 2021, waaruit blijkt dat er (meer) beperkingen hadden moeten worden op de volgende gebieden: omgaan met conflicten, vasthouden van de aandacht, verdelen van de aandacht, werken in een prikkelarme omgeving en een urenbeperking vanwege indicatie verminderde beschikbaarheid vanwege de behandeling bij De Waag .
11. Deze beroepsgrond slaagt niet. De rechtbank stelt vast dat verzekeringsarts bezwaar en
beroep Van Mourik in het rapport van 21 februari 2022 een samenvatting geeft van de medische gegevens die eiser bij het bezwaar heeft overgelegd en de beschikbare (medische) informatie bij de beoordeling heeft betrokken. Dat Van Mourik geen Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) heeft opgesteld, betekent niet dat sprake is van een onzorgvuldige beoordeling of besluitvorming. Het beoordelingskader is namelijk geschiktheid voor eigen werk zoals onder rechtsoverweging 4 is weergegeven. Dit is een beperktere beoordeling dan bijvoorbeeld bij een eerstejaarsziektewetbeoordeling, waarbij wel een FML wordt opgesteld. Eiser heeft verder niet aangetoond dat Van Mourik bij de beoordeling of eiser geschikt is voor één van de geduide functies geen rekening heeft gehouden met zijn beperkingen. Ook uit het rapport van het Expertise Instituut kan de rechtbank niet afleiden dat sprake is van beperkingen, die maken dat eiser niet geschikt zou zijn voor één van de geduide functies, anders dan alleen de urenomvang van de functie administratief medewerker (document scannen). Weliswaar worden op pagina 19 een aantal beperkingen genoemd, maar op pagina 20 van het rapport wordt, zoals hiervoor al gezegd, alleen de urenomvang als beletsel voor geschiktheid genoemd. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de medische beoordeling.
Niet geschikt voor een van de geduide functies vanwege urenomvang
12. De rechtbank stelt vast dat eiser blijvend ongeschikt is voor zijn oude werk en niet in enig werk heeft hervat. Volgens vaste rechtspraak geldt dan als maatstaf gangbare arbeid, zoals die nader is geconcretiseerd bij de beoordeling van de aanspraak op een WIA-uitkering. Van ongeschiktheid in de zin van de ZW is geen sprake, indien de verzekerde geschikt is voor ten minste één van de functies die aan hem zijn geduid bij de laatste vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid op grond van de WIA.In de uitspraak van 14 juli 2021 heeft de CRvB daaraan toegevoegd dat niet vereist is dat de nog geschikt bevonden functie (ten minste) de urenomvang heeft van de laatst verrichte arbeid, omdat de laatst verrichte arbeid in zo’n situatie niet langer de maatstaf vormt.
13. Eiser voert aan dat het Uwv had moeten afwijken van de hiervoor genoemde uitspraak
van 14 juli 2021, omdat toepassing daarvan in eisers zaak tot een ongewenste uitkomst leidt. Nu vaststaat dat eiser een behandeling bij De Waag volgt, is hij ongeschikt voor het verrichten van de geduide functie administratief medewerker (document scannen) met een omvang van 36 uur per week.
14. De rechtbank overweegt dat de passendheid van de voor eiser geselecteerde functies in
de WIA-beoordeling in deze procedure niet meer ter discussie kunnen staan. Het gaat nog slechts om de vraag of eiser op 18 augustus 2021 op medische gronden, naar objectieve maatstaven gemeten, al dan niet ongeschikt was voor die functies. Dat, zoals eiser betoogt, vanwege zijn behandeling bij De Waag de functie administratief medewerker (document scannen) niet had mogen worden geduid vanwege de omvang ervan, stuit dat af op het bepaalde in artikel 9, onder b, van het Schattingsbesluit en de daarover gevormde rechtspraak.Voor zover eiser heeft gewezen op de ongewenste uitkomst, overweegt de rechtbank dat eiser niet heeft aangetoond dat hier sprake is van een zodanig bijzondere situatie dat moet worden afgeweken van de uitspraak van 14 juli 2021.
15. Hieruit volgt dat eiser per 18 augustus 2021 in staat moet worden geacht zijn arbeid, in
dit geval de eerder bij de WIA-beoordeling geduide functie administratief medewerker (document scannen), te verrichten. Het Uwv heeft daarom terecht vastgesteld dat eiser met ingang van die datum geen recht meer heeft op een ZW-uitkering.
Ten onrechte geen AMBER-beoordeling uitgevoerd
16. Eiser voert aan dat het Uwv had moeten beoordelen of eiser in aanmerking kwam voor
een WIA-uitkering vanwege toegenomen beperkingen.
17. De rechtbank is van oordeel dat deze beroepsgrond buiten de omvang van dit geding
valt. Deze zaak gaat over de vraag of het Uwv binnen de kaders van de ZW eiser op juiste gronden arbeidsgeschikt heeft verklaard voor minimaal één van de geduide functies bij de eerdere WIA-beoordeling. Daarover heeft de rechtbank hiervoor haar oordeel gegeven. Wat eiser kennelijk ook wil, is een herbeoordeling van zijn beperkingen (en daarmee dus zijn arbeidsongeschiktheid) in het kader van de WIA. De gemachtigde van het Uwv heeft tijdens de zitting toegezegd dat zij gaat regelen dat het Uwv daarop alsnog een besluit neemt.
Het beroep is ongegrond en voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.