ECLI:NL:RBMNE:2022:4392
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-waarde van een woning; vaststelling van de waarde door de rechtbank
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 9 september 2022 uitspraak gedaan in een geschil over de WOZ-waarde van een woning. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde G. Gieben, had bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde waarde van haar woning door de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & Hoogheemraadschap. De waarde was vastgesteld op € 467.000,- per waardepeildatum 1 januari 2020. Eiseres betwistte deze waarde en stelde een lagere waarde van € 420.000,- voor. De rechtbank heeft de zaak behandeld op een digitale zitting op 1 juni 2022, waarbij ook de taxateur van verweerder aanwezig was.
De rechtbank overwoog dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk had gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog was. De door verweerder gebruikte referentiewoningen waren niet geschikt, omdat ze meer dan een jaar voor de waardepeildatum waren verkocht. Eiseres had een beter alternatief aangedragen, maar ook haar voorgestelde waarde was niet voldoende onderbouwd. Uiteindelijk heeft de rechtbank de waarde van de woning vastgesteld op € 460.000,-, en het beroep van eiseres gegrond verklaard. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2.056,- en het betaalde griffierecht van € 49,- aan eiseres te vergoeden.