Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 januari 2023 in de zaak tussen
[eiseres] , te [vestigingsplaats] , eiseres
[werknemer], te [woonplaats] , gemachtigde: mr. E. Hoekstra.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 19 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. S.A. Coster, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), vertegenwoordigd door P. Nicolai. De zaak betreft de toerekening en het verhaal van een WIA-uitkering op eiseres, die als eigenrisicodrager fungeert. De werknemer, die eerder in dienst was bij eiseres, had zich op 11 februari 2020 ziek gemeld. Het Uwv kende de werknemer met ingang van 8 februari 2022 een loongerelateerde werkhervattingsuitkering toe, maar verhaalde deze uitkering op eiseres. Eiseres was het niet eens met dit besluit en heeft bezwaar gemaakt, wat door het Uwv ongegrond werd verklaard. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 8 december 2022 heeft eiseres betoogd dat de WIA-uitkering niet volledig aan haar moet worden toegerekend, omdat het dagloon van de werknemer mede gebaseerd is op inkomsten uit een ander dienstverband. Eiseres stelt dat de uitkeringslasten naar rato van de loonsom op beide werkgevers moeten worden verhaald, en dat het Uwv een verkeerde referteperiode heeft gehanteerd. De rechtbank oordeelt echter dat artikel 72, tweede lid, van de Wet WIA niet van toepassing is, omdat de werknemer bij aanvang van de wachttijd uitsluitend in dienst was bij eiseres. De rechtbank volgt eiseres niet in haar standpunt dat het gelijkheidsbeginsel in deze zaak van toepassing is, aangezien het Uwv niet verplicht is om eerdere fouten te herhalen.
De rechtbank concludeert dat het Uwv de WIA-uitkering van de werknemer terecht in zijn geheel heeft toegerekend aan eiseres. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, zonder dat er aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.