In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 4 mei 2023 uitspraak gedaan in een procedure tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, aangeduid als [verzoekster] B.V., en een natuurlijke persoon, aangeduid als [verweerster]. Het verzoekschrift van [verzoekster] tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst is op 4 april 2023 ingetrokken. Na deze intrekking heeft [verweerster] aanspraak gemaakt op een proceskostenveroordeling op basis van artikel 1.2.8 van het Landelijk procesreglement verzoekschriften rechtbanken, kanton. [verzoekster] heeft in reactie hierop aangegeven zich te refereren aan het oordeel van de kantonrechter.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat, omdat [verzoekster] haar verzoekschrift heeft ingetrokken, zij als de in het ongelijk gestelde partij wordt beschouwd. De kosten aan de zijde van [verweerster] zijn begroot op € 396,50 voor het salaris van de gemachtigde, aangezien er geen mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden. De beschikking is gegeven door mr. M.J. Slootweg en is in het openbaar uitgesproken op 4 mei 2023. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.