Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
primairten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen en voert daartoe het volgende aan.
Ook uit verschillende tapgesprekken van [verdachte] komt naar voren dat hij niet wist wat er die nacht ging gebeuren. Dat [verdachte] heeft verklaard dat hij zich niet kan herinneren welke route hij exact heeft afgelegd, kan hem niet worden tegengeworpen.
De raadsman van [verdachte] heeft aangevoerd dat deze afstand onmogelijk in 54 seconden kan zijn afgelegd, maar de rechtbank volgt de raadsman hierin niet. Het gaat hier om een afstand van ongeveer 1,1 kilometer, hetgeen zou betekenen dat de auto ongeveer 73,3 kilometer per uur heeft gereden. Dat is niet onmogelijk.
Om 4:23 uur komt een persoon uit de richting van de rotonde in de richting van het tankstation gelopen. Op basis van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 1] de persoon is op de beelden. [medeverdachte 1] heeft een doorschijnend flesje en een pinpas bij zich. Uit onderzoek blijkt dat met de pinpas van [medeverdachte 2] om 4:24 uur voor 94 cent aan benzine wordt getankt bij pomp 2. Op de beelden is te zien dat [medeverdachte 1] bij pomp 2 staat en het flesje vult met brandstof, dicht draait en afveegt aan de mouw van zijn jas. Als hij wegloopt, veegt hij weer het flesje tweemaal aan zijn mouw af. Om 4:25 (de rechtbank begrijpt dat dit eerder kan zijn geweest op basis van het rectificatie proces-verbaal) is weer een auto bij de rotonde te zien die stopt op de plek waar [medeverdachte 1] op dat moment loopt. De auto verdwijnt vervolgens uit beeld.
Op basis van deze omstandigheden stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] vanaf de [supermarkt] zijn doorgereden naar het tankstation Total, dat [medeverdachte 1] daar is uitgestapt om te tanken met de pinpas van [medeverdachte 2] en dat [medeverdachte 1] vervolgens weer in deze rode auto is ingestapt en samen met [verdachte] en [medeverdachte 2] is weggereden.
Het door de verdediging aangehaalde zeer geringe tijdsverloop tussen het moment van het wegrijden van een auto op de rotonde en het moment dat de rode auto in beeld komt op de beelden van de Alliantie kan verklaard worden doordat er een onzekerheid zit in het precieze tijdstip van de camerabeelden van tankstation Total. Een verschil van enkele seconden is al genoeg om de afstand van 200 meter te kunnen afleggen.
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
en,
medeplichtig bij opzettelijk brand stichten terwijl daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
strafblad) van [verdachte] van 29 maart 2023. Uit deze documentatie blijkt dat hij niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. De rechtbank neemt het strafblad daarom niet mee in haar overweging over de strafmaat.
- een Pro Justitia Rapportage van 6 oktober 2021 betreffende een psychologisch onderzoek, opgesteld door M. ten Berge, GZ-psycholoog, en
- een reclasseringsadvies van 3 mei 2023, opgesteld door mevrouw J. Mertens, reclasseringswerker bij Inforsa.
9.VOORLOPIGE HECHTENIS
10.BESLAG
- 3150 EUR (PL0900-MD1R021031_681568);
- 1 STK Telefoontoestel G2848744.
- 1 STK Schoenen G2855158;
- 1 STK Schoenen: G2855156;
11.BENADEELDE PARTIJEN
12.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
13.BESLISSING
- 16-168513-21(Luther): spreekt verdachte vrij van het
primairten laste gelegde; - 16-326691-21(Heuvel); spreekt verdachte vrij van het
primairen
subsidiairten laste gelegde;
subsidiairten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
de teruggaveaan verdachte van de volgende voorwerpen:
- 3150 EUR (PL0900-MD1R021031_681568);
- 1 STK Telefoontoestel G2848744;
- 1 STK Schoenen G2855157;
- 1 STK Schoenen G2855158;
- 1 STK Schoenen: G2855156;
- wijst de vordering toe tot een bedrag van € 17.500,-;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2021 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 1] aan de Staat € 17.500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2021 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling zal gijzeling worden toegepast voor de duur van 122 dagen, waarbij het toepassen van de gijzeling de verdachte niet ontslaat van zijn betalingsverplichting aan de Staat;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering toe tot een bedrag van € 17.500,-;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2021 tot de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 2] aan de Staat € 17.500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2021 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling zal gijzeling worden toegepast voor de duur van 122 dagen, waarbij het toepassen van de gijzeling de verdachte niet ontslaat van zijn betalingsverplichting aan de Staat;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering toe tot een bedrag van € 17.500,-;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 3] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2021 tot de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 3] aan de Staat € 17.500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2021 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling zal gijzeling worden toegepast voor de duur van 122 dagen, waarbij het toepassen van de gijzeling de verdachte niet ontslaat van zijn betalingsverplichting aan de Staat;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering toe tot een bedrag van € 17.500,-;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 4] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2021 tot de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 4] aan de Staat € 17.500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2021 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling zal gijzeling worden toegepast voor de duur van 122 dagen, waarbij het toepassen van de gijzeling de verdachte niet ontslaat van zijn betalingsverplichting aan de Staat;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering toe tot een bedrag van € 30.716,39;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 5] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2021 tot de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 5] aan de Staat € 30.716,39 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2021 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling zal gijzeling worden toegepast voor de duur van 188 dagen, waarbij het toepassen van de gijzeling de verdachte niet ontslaat van zijn betalingsverplichting aan de Staat;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- verklaart [benadeelde 6] niet-ontvankelijk in de vordering;
- compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder zijn of haar eigen kosten draagt;
- verklaart [benadeelde 7] niet-ontvankelijk in de vordering;
- compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder zijn of haar eigen kosten draagt.
ten gevolge waarvan brand is ontstaan en/of (vervolgens) een steen, althans een voorwerp, tegen het (slaapkamer)raam van voornoemde woning heeft gegooid en/of het (slaapkamer)raam van voornoemde woning heeft vernield, terwijl daarvan gemeen gevaar voor (alle goederen in en om) die woning en/of aangrenzende gebouwen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor in die woning en omliggende woningen/gebouwen aanwezige personen, te weten [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] , in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen te duchten was en het feit de dood van voornoemde [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] ten gevolge heeft gehad;
(art. 45 jo art. 47 jo artikel 157 sub 1 en sub 2 WvSr)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk brand heeft gesticht in/bij een woning (gelegen aan de [adres] ),
immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) toen
aldaar opzettelijk een hoeveelheid brandbare vloeistof, te weten benzine, door de
brievenbus van/naast de voordeur (van voornoemde woning) naar binnen gegoten
en/of gespoten en/of (vervolgens) die brandbare vloeistof met een aansteker
aangestoken, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met (een)
brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan brand is ontstaan en/of (vervolgens) een
steen, althans een voorwerp, tegen het (slaapkamer)raam van voornoemde woning
heeft gegooid en/of het (slaapkamer)raam van voornoemde woning heeft vernield,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor (alle goederen in en om) die woning en/of
aangrenzende gebouwen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of
levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor in de
woningen/gebouwen aanwezige personen, in elk geval levensgevaar en/of gevaar
voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten was;
( art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 157 ahf/sub 2 Wetboek van
Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
kunnen leiden:
één of meer (andere)(tot op heden) onbekend gebleven pers(o)n(en) in of omstreeks
de periode van 19 mei 2021 tot en met 20 mei 2021 te [woonplaats] , althans in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk brand heeft gesticht in/bij een woning (gelegen aan de [adres] ),
immers heeft/hebben één of meer (andere) (tot op heden) onbekend gebleven
pers(o)n(en)toen aldaar opzettelijk een hoeveelheid brandbare vloeistof, te weten
benzine, door de brievenbus van/naast de voordeur (van voornoemde woning) naar
binnen gegoten en/of gespoten en/of (vervolgens) die brandbare vloeistof met een
aansteker aangestoken, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht
met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan brand is ontstaan en/of
(vervolgens) een steen, althans een voorwerp, tegen het (slaapkamer)raam van
voornoemde woning heeft/hebben gegooid en/of het(slaapkamer)raam van
voornoemde woning heeft/hebben vernield, terwijl daarvan gemeen gevaar voor
(alle goederen in en om) die woning en/of aangrenzende gebouwen, in elk geval
gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar en/of gevaar voor zwaar
lichamelijk letsel voor in de woningen/gebouwen aanwezige personen, in elk geval
levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen
te duchten was,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van
19 mei 2021 tot en met 20 mei 2021, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid en/of mdidelen en/of inlichtingen
heeft verschaft en/of toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest door
- (zijn) auto (ten behoeve van de brandstichting) ter beschikking te stellen en/of
- brandstof te tanken (ten behoeve van de brandstichting) en/of (zijn) pinpas, ten
behoeve van de brandstichting (te weten het betalen van de brandstof) ter
beschikking te stellen en/of
- die één of meer (andere) (tot op heden) onbekend gebleven pers(o)n(en) naar/in
de richting van de [adres] te vervoeren en/of te gaan en/of
- voor die één of meer (andere) (tot op heden) onbekend gebleven pers(o)n(en) op
de uitkijk te staan en/of
- die één of meer (andere) (tot op heden) onbekend gebleven pers(o)n(en) vanaf (de
richting van) de [straat] te vervoeren en/of te rijden.
( art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van
Strafrecht, art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 48 ahf/sub 2 Wetboek van
Strafrecht)
Op eerdergenoemde dag, datum en omstreeks 04.39 uur, waren wij ter plaatse op bovengenoemde locatie. Wij zagen dat de woning al compleet onder rook stond en dat de rook uit de gehele woning kwam.
Tevens zagen wij dat er veel vlammen zichtbaar waren in de gang van de woning.
Ik zag dat ook de achterzijde van de woning van boven tot beneden onder de rook stond en dat dit via diverse kozijnen naar buiten kwam. [2]
Op eerdergenoemde dag, datum en omstreeks 04.59 uur, werd het eerste slachtoffer door de brandweer uit de woning gehaald en overgedragen aan het eerste ambulance team. Ik, [verbalisant 1] , zag dat dit slachtoffer een vrouw betrof. Ik zag dat haar lichaam zwart geblakerd was en dat zij reanimatie behoeftig was. Ik, [verbalisant 1] , ben hierop direct de reanimiatie gestart.
- er brand achter de voordeur was;
- een kledingrek achter de voordeur stond en de voordeur daardoor niet open kon;
- twee slachtoffers aan de voorzijde van de woning op de eerste verdieping lagen:
- de vrouw op bed lag;
- de man onder het raam op de grond lag, naast het bed.
Via GBA en de foto's uit het rijbewijsregister heb ik, [verbalisant 3] , beide slachtoffers herkend als de beide ingeschreven bewoners van de [adres] , te weten:
- [slachtoffer 2] , geboren op [1972]
- [slachtoffer 1] , geboren op [1972] [4]
wordt verklaard door inademing van roet en verbrandingsproducten. [5]
informatie) worden verklaard door vergiftiging door koolstofmonoxid en/of andere brandgassen als gevolg van inademing van brandrook. Een andere doodsoorzaak is
niet gebleken. [6]
Het aangetroffen brandbeeld in de woning toonde aan dat:
- er slechts één (1) brandhaard was: op de vloer, direct achter de voordeur.
- alle vertrekken van de woning (behalve de zolder) behoorlijke schade hadden door hete rookgassen.
- alle brand indicatoren wezen op een stroming van hete rookgassen vanuit de hal (brandhaard). [7]
Gezien onze bevindingen achtten wij het navolgende de kennelijke brandverloop:
-De dader (s) hebben een ontbrandbare vloeistof door de brievenbus de woning in gebracht en deels buiten over de vloermatten uitgeschonken.
- Dit is vervolgens aangestoken
- Hierdoor is de brand in de woning gestart, maar ook is er een kleine brand geweest voor de brievenbus en op de vloer aan de buitenzijde.
- De buitenbrand is gezien de beperkte schade niet gaan uitbreiden.
- Achter de brievenbus hing een gordijn en kort daarachter was tegen de muur een kapstok gesitueerd met diverse kledingstukken waaronder motorjassen
- Het gordijn en de kledingstukken zijn vervolgens gaan branden. Hierdoor ontstond [8]
- de brand kreeg via de inmiddels kapotte ruiten verse lucht, cq zuustof toevoer.
- De hete rookgassen hebben zicht verspreid over de kamers op de begane grond en de eerste verdieping, alwaar de bewoners lagen te slapen.
- De open trapopgang naar de eerste etage heeft gewerkt als schoorsteen effect, waardoor de hete rookgassen snel konden stijgen en er lucht werd aangevoerd naar de brandhaard, via de vernielde ruit(en) in de voorgevel.
- De slapende bewoners werden kennelijk pas wakker toen de brand al verder ontwikkeld was.
- Gezien de roet aftekening op de wanden was er een zeer laag hangende, laag van hete rookgassen en hadden de bewoners al langere tijd rookgassen ingeademd (vermoedelijke koolstofmonoxide vergiftiging)
- Door de hete rookgassen en vuur beneden aan de trap konden de bewoners niet vluchten en waren zij waarschijnlijk sterk gedesoriënteerd als zij nog bij kennis waren.
Gezien onze bevindingen, alsmede de camera beelden is hier sprake van brandstichting. Door de brand is er ernstige schade ontstaan aande woning en de bezittingen van de bewoners
.De aangetroffen bewoners werden reanimatie behoeftig aangetroffen, ten gevolge van de brand. De bewoners zijn kort hierop overleden in het ziekenhuis. De voorlopige sectie bevinden bevestigen dat de bewoners kennelijk zijn overleden door de gevolgen van de brand; verwikkeling van het inademen van (hete) rookgassen, roet en verbrandingsproducten (zoals koolstofmonoxide) . Zodoende achtten wij dat hier sprake is van opzettelijke brandstichting waarbij levensgevaar voor anderen te duchten was en waarbij ten gevolge van de brand twee personen zijn overleden.
AAMZ4657NL In het monster zijn vluchtige stoffen aangetoond die afkomstig zijn van motorbenzine.
AAMZ4658NL In het monster zijn. vluchtige stoffen aangetoond die afkomstig zijn van motorbenzine
. [11]
- Donkerkleurige pet
- Donkerkleurige vest
- Donkerkleurige broek
- Nike schoenen
- Donkerkleurige handschoen draagt
- licht getint;
- gezet postuur;
- tussen de 20 en 25 jaar oud;
- Bodywarmer-achtige blauwe jas met zwarte/grijze mouwen, capuchon en wit logo op de linkerborst;
- Vermoedelijk donkergroene/grijze broek;
- Zwarte Nike schoenen met witte zolen en wit omlijnd Nike logo;
- Padding/vulling doorstiksels in rugpand in Tabel 6.1
- Zoomlijn in Tabel 6.2
- Schouderpas of juk stuk en typerende stiksels in schoudergebied in Tabel 6.3
- Armsgat & Mouw in Tabel 6.4
- Pasvorm jas (maat en verhoudingen van de jas in verhouding tot het lichaam) in Tabel 6.5
- Deelnaden mouw in Tabel 6.6
- Zakken & Plaatsing zakken in Tabel 6.7
- Logo in Tabel 6.8
- Plaatsing logo in Tabel 6.9
- Capuchon en onderkleding en pet met klep in Tabel 6.10
- Broek details in Tabel 6.11
- Broek pasvorm in Tabel 6.12
Wanneer de waarnemingen worden beschouwd in het kader van de volgende elkaar uitsluitende hypothesen:
H1. De kledingstukken zichtbaar op de foto’s van de locaties zijn dezelfde kledingstukken
H2. De kledingstukken zichtbaar op de foto’s van de locaties zijn verschillende kledingstukken
kan het volgende worden geconcludeerd:
De bevindingen van het onderzoek zijn waarschijnlijker wanneer de kleding op de drie locaties dezelfde kledingstukken zijn dan wanneer het om verschillende kledingstukken gaat.
Deze conclusie kan worden getrokken wegens het unieke karakter van het logo dat zichtbaar is op de jas op twee van de drie locaties in combinatie met de schoenen. Dit geldt voor de locaties Supermarkt en Tankstation.
Op de locatie [straat] zijn schoenen te zien die uit twee kleuren bestaan. Hierop is het Nike-logo niet zichtbaar en ook het logo van de jas is niet zichtbaar. Hierdoor kan het net zo goed om soortgelijke kleding gaan, daar de unieke kenmerken ontbreken die de kleding moeten kunnen identificeren.
A: Ik ben de persoon op dia 9.
V: Ok. Wat kun je daar nog meer over vertellen?
A: Dat ik de persoon ben die daar samen ... die daar in die auto stapt. Dat wilde ik zeggen. [78] V: Zijn jullie naar het tankstation gereden bij die rotonde?
A: Eh dat kan zo zijn geweest. [79]
KL18 Om 04:30:47 uur komt een rode personenauto van rechts het beeld in rijden en rijdt op de Kerkelandenlaan in de richting van de [straat] te Hilversum. (foto 6) [86] KL18 Om 04:35:02 uur is op de beelden te zien dat een rode personenauto met zeer hoge snelheid uit de richting van de [straat] komt rijden en rijdt over de Kerkelandenlaan in de richting van de Diependaalselaan te Hilversum. [87]
Door deze ANPR camera is op 28 mei 2021 te 04:37:33 uur het kenteken [kenteken] geregistreerd vanaf de voorzijde van de auto. [89]
Ik zag dat de personenauto (rood omcirkeld) inderdaad op de camerabeelden was vastgelegd en dat deze met hoge snelheid over de Kerkelandenlaan reed in de richting van de [straat]
Ik zag dat de personenauto met hoge snelheid door reed over de kruising in de richting van de [straat] en net voorbij de kruising de remlichten oplichtten. (rood omcirkeld) Ik vond dat opvallend, omdat de volgende afslag pas 150 meter verderop is en het ondanks de hoge snelheid niet logisch was om daar al te remmen. [90]
Aan de hand van deze camerabeelden kon ik opmaken dat de rode personenauto niet over de Kerkelandenlaan voorbij de [straat] was gereden tussen 03.50 uur en 05.05 uur en dat deze mogelijk ter hoogte van de [straat] op de Kerkelandenlaan gekeerd was. [91]
- licht getint;
- smal postuur;
- kort donker haar;
- tussen de 20 en 25 jaar oud;
- droeg een hoodie/sweater met letters voor op het midden van de hoodie/sweater en lichte strepen aan de zijkant over de lengte van de armen en in de zij (beter zichtbaar op de volgende screenshots);
- Vermoedelijk donkere traingingsbroek;
- Donkergekleurde schoenen.
- zijn gezicht
- zijn postuur
- zijn haardracht
- Zijn sikje
- Zijn baardgroei