In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 12 juli 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het Uwv om af te zien van een fysiek spreekuur, ondanks haar psychische problematiek. De rechtbank oordeelde dat het Uwv niet voldoende had gemotiveerd waarom een fysiek spreekuur niet noodzakelijk was. De rechtbank verwijst naar een eerdere tussenuitspraak van 28 maart 2023, waarin het Uwv de gelegenheid had gekregen om het onzorgvuldigheidsgebrek in het bestreden besluit te herstellen. Het Uwv diende een aanvullend rapport in van de verzekeringsarts, maar de rechtbank vond de motivering hierin onvoldoende. De rechtbank concludeerde dat het Uwv het zorgvuldigheidsgebrek niet had hersteld en verklaarde het beroep van eiseres gegrond. Het bestreden besluit werd vernietigd en het Uwv werd opgedragen om eiseres opnieuw uit te nodigen voor een fysiek spreekuur. Daarnaast werd het Uwv veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2.092,50 en moest het griffierecht van € 50,-- aan eiseres worden vergoed.