In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, uitgesproken op 22 mei 2023, staat de duurzaamheid van de psychische klachten van eiseres centraal in het kader van haar aanvraag voor een WIA-uitkering. Eiseres, die tot 31 december 2019 als administratief medewerker werkte, heeft zich op 26 mei 2020 ziekgemeld en een WIA-uitkering aangevraagd. Het Uwv heeft haar een WGA-uitkering toegekend, maar eiseres is het niet eens met de beslissing dat zij niet duurzaam volledig arbeidsongeschikt is. De rechtbank onderzoekt of het Uwv terecht heeft geoordeeld dat de psychische klachten van eiseres niet duurzaam zijn en of de geselecteerde functies passend zijn.
De rechtbank oordeelt dat het Uwv onvoldoende heeft onderbouwd waarom de psychische klachten van eiseres niet duurzaam zijn. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in haar rapport geen concrete inschatting gemaakt van de herstelkansen en heeft de resultaten van eerdere behandelingen niet meegewogen. De rechtbank stelt dat de verzekeringsarts moet onderbouwen waarom zij verwacht dat eiseres volledig herstelt van haar psychische klachten, en dat dit niet voldoende is gedaan. De rechtbank geeft het Uwv de gelegenheid om het gebrek in de motivering te herstellen en stelt een termijn van acht weken in voor deze herstelpoging.
De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep, waarbij ook de proceskosten en het griffierecht nog niet zijn behandeld. Eiseres heeft de mogelijkheid om te reageren op de herstelpoging van het Uwv, en de rechtbank zal zonder tweede zitting uitspraak doen op het beroep.