ECLI:NL:RBMNE:2023:470
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- I.A.M. van Boetzelaer-Gulyas
- Rechtspraak.nl
Toeslagenwet; Hoofdverblijf; Onvoldoende onderzoek door Uwv; Gegrond
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 9 februari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de intrekking van haar toeslag op grond van de Toeslagenwet (TW). Eiseres ontving sinds 25 juni 2014 een uitkering op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) en had recht op een toeslag tot het sociaal minimum. Het Uwv heeft de toeslag per 1 januari 2020 ingetrokken, omdat eiseres als ongehuwd samenwonende werd beschouwd, wat zij betwistte. Eiseres stelde dat zij in de betreffende periode niet op het adres in Utrecht woonde, maar elders verbleef.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het Uwv onvoldoende bewijs heeft geleverd dat eiseres haar hoofdverblijf op het adres in Utrecht had. De rechtbank oordeelde dat het Uwv niet de nodige kennis over de relevante feiten en omstandigheden had verzameld en dat het onderzoek niet zorgvuldig was uitgevoerd. De rechtbank concludeerde dat het Uwv niet aannemelijk had gemaakt dat eiseres de inlichtingenplicht had geschonden, en dat de besluiten van het Uwv niet op een voldoende feitelijke grondslag berustten.
Daarom heeft de rechtbank het beroep van eiseres gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd, de primaire besluiten herroepen en bepaald dat de toeslag op de WIA-uitkering van eiseres wordt voortgezet voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 29 februari 2020. Tevens is het Uwv verplicht om het door eiseres betaalde griffierecht te vergoeden.