In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 5 maart 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 4 mei 2022 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank oordeelde dat de beslistermijn was overschreden, aangezien verweerder op 9 oktober 2023 in gebreke was gesteld en eiseres pas op 12 januari 2024 beroep had ingesteld. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft ook recht op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 218,75, en het door haar betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder worden vergoed. De rechtbank heeft de termijnen voor het nemen van besluiten in deze zaak vastgesteld op basis van eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.