Op 18 januari 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. H. Sala, en de Belastingdienst/Toeslagen. Eiser had beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig had beslist op zijn bezwaar van 23 november 2022 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiser meer dan twee weken na de ingebrekestelling beroep heeft ingesteld. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt verweerder op om alsnog binnen zes weken na de uitspraak een besluit op bezwaar bekend te maken. Tevens is bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiser krijgt een vergoeding van € 218,75 voor de proceskosten en het betaalde griffierecht van € 50,- moet door verweerder aan eiser worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.