Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 januari 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats 1] , eiser
de heffingsambtenaar van de gemeente Almere (de heffingsambtenaar), verweerder
Inleiding
Feiten
Beoordeling door de rechtbank
Heeft de heffingsambtenaar voldoende aannemelijk gemaakt dat op 29 oktober 2022 bij het ingaan van de wijk een zone-bord voor betaald parkeren stond?
Allereerst zegt eiser dat hij geen bord heeft gezien waaruit blijkt dat hij een zone binnen reed waarvoor betaald parken geldt (zone-bord). De heffingsambtenaar heeft ook niet aannemelijk gemaakt met bijvoorbeeld schouwrapporten dat het zone-bord duidelijk zichtbaar en aanwezig was op 29 oktober 2022. Volgens eiser moet de heffingsambtenaar schouwrapporten overleggen van maximaal zes maanden vóór en zes maanden ná de gedraging, om aannemelijk te maken dat de bebording daadwerkelijk aanwezig was. Hij verwijst naar een uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 12 september 2022. [1] Omdat niet aannemelijk is gemaakt dat bij het ingaan van de wijk een bord stond waaruit blijkt dat hij een zone binnen reed waarvoor betaald parkeren geldt, is niet aan het kenbaarheidsvereiste voldaan.