In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 2 mei 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 18 januari 2023 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden. Eiseres had verweerder op 15 februari 2024 in gebreke gesteld, en het beroep werd ingediend op 22 maart 2024, meer dan twee weken na deze ingebrekestelling.
De rechtbank heeft bepaald dat verweerder alsnog een besluit moet nemen, met een uiterlijke datum voor een vooraankondiging op 12 juli 2024. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft ook bepaald dat eiseres recht heeft op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 218,75, en dat het door haar betaalde griffierecht van € 51,- door verweerder moet worden vergoed.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor bestuursorganen om tijdig besluiten te nemen en de gevolgen van het niet naleven van deze termijnen, zoals de opgelegde dwangsom. De rechtbank volgt de richtlijnen van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State met betrekking tot beslistermijnen in soortgelijke zaken.