Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 mei 2024 in de zaak tussen
[eiser], uit [woonplaats], eiser
Belastingdienst/Toeslagen, verweerder(gemachtigde: [gemachtigde]).
Inleiding
Overwegingen
Proceskosten en griffierecht
Rechtbank Midden-Nederland
Op 10 mei 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarin eiser beroep had ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiser stelde dat verweerder niet tijdig had beslist op zijn bezwaren van 28 oktober 2022 tegen drie beschikkingen met betrekking tot compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank oordeelde dat de beslistermijn was overschreden en dat het beroep gegrond was. Verweerder werd opgedragen om alsnog binnen zes weken na de uitspraak een besluit te nemen op de bezwaren van eiser. Daarnaast werd verweerder veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding van de termijn, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank oordeelde ook dat het griffierecht in de zaak UTR 24/1663 aan eiser moest worden vergoed, terwijl het teveel betaalde griffierecht in de andere zaken aan eiser terugbetaald moest worden. De uitspraak werd gedaan door mr. M. Eversteijn, rechter, in aanwezigheid van griffier E.J.H.C. Hui.