In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres heeft een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag op 12 mei 2021, maar de Belastingdienst heeft niet tijdig beslist. Eiseres heeft op 26 oktober 2023 een reactie gegeven op het verweerschrift van de Belastingdienst, dat op 26 oktober 2023 was ingediend. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig is en heeft de zaak op basis van de ingediende stukken beoordeeld.
De rechtbank constateert dat de beslistermijn is overschreden. Eiseres heeft de Belastingdienst op 26 juli 2022 in gebreke gesteld, en het beroep is pas op 10 oktober 2023 ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is en dat de Belastingdienst alsnog een besluit moet nemen. De rechtbank stelt een termijn van zes weken voor het doen van een vooraankondiging en twee weken voor het nemen van een besluit na ontvangst van de zienswijze. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de Belastingdienst de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-.
Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 218,75 en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet door de Belastingdienst worden vergoed. De uitspraak is gedaan op 25 januari 2024 en is openbaar uitgesproken.