ECLI:NL:RBMNE:2024:3134
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van gewaarborgde hulp bij wijziging persoonsgebonden budget
In deze zaak staat de vraag centraal of eiseres, als gewaarborgde hulp, belanghebbende is bij het besluit van 26 juli 2022 van het zorgkantoor met betrekking tot de wijziging van het persoonsgebonden budget (pgb) van de budgethouder. De rechtbank heeft op 15 mei 2024 uitspraak gedaan in deze kwestie. De budgethouder ontving een pgb op basis van de Wet langdurige zorg en had eiseres aangesteld als gewaarborgde hulp. Het zorgkantoor heeft het pgb van de budgethouder gewijzigd en het bezwaar van eiseres tegen deze wijziging kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij geen belanghebbende zou zijn.
De rechtbank oordeelt dat het zorgkantoor terecht heeft geoordeeld dat eiseres geen belanghebbende is. De rechtbank legt uit dat een belanghebbende iemand is wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken, en dat eiseres niet aan deze definitie voldoet. De rechtbank stelt vast dat de financiële gevolgen van het besluit van het zorgkantoor zich alleen voordoen in de relatie tussen de budgethouder en het zorgkantoor. Eiseres kan niet worden aangemerkt als belanghebbende, ook al zou zij in een civiele procedure aansprakelijk kunnen worden gesteld.
Daarnaast overweegt de rechtbank dat het zorgkantoor niet verplicht was om eiseres te horen, omdat het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk was. De rechtbank concludeert dat eiseres geen eigen, zelfstandig (vermogens)belang heeft bij het besluit van 26 juli 2022. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen gelijk krijgt en geen vergoeding van griffierecht of proceskosten ontvangt.