ECLI:NL:RBMNE:2024:3262
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de re-integratieverplichting van een bijstandsontvanger met zorgbehoefte
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 23 mei 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een bijstandsontvanger, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Eiseres ontvangt sinds 15 november 2021 bijstand en heeft op 25 augustus 2022 vrijstelling van arbeidsverplichtingen aangevraagd, omdat zij een alleenstaande ouder is met kinderen onder de vijf jaar. Het college heeft op basis van een arbeids-medisch belastbaarheidsonderzoek door Calder Werkt besloten dat eiseres geen volledige ontheffing van de arbeidsverplichting krijgt, maar dat zij na een opbouw van uren maximaal tien uur per week kan deelnemen aan een laagdrempelig traject onder begeleiding van een specialist.
Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college heeft dit bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van eiseres op 25 april 2024 behandeld. Eiseres voerde aan dat haar geestelijke en lichamelijke gezondheid het niet toelaat om aan de re-integratieplicht te voldoen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het college het advies van Calder Werkt mocht volgen, omdat dit advies zorgvuldig tot stand is gekomen en voldoet aan de gestelde voorwaarden. Eiseres heeft geen medische informatie overgelegd die haar stelling onderbouwt dat zij niet in staat is om de re-integratieverplichting na te komen.
De rechtbank concludeert dat het college de re-integratieverplichting aan eiseres mocht opleggen en verklaart het beroep ongegrond. Dit betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.