In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 5 juni 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig had beslist op haar bezwaar tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag, ingediend op 31 mei 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres, na een ingebrekestelling op 25 april 2024, terecht beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft bepaald dat de Belastingdienst/Toeslagen alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen. Indien dit niet gebeurt, moet verweerder een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is de Belastingdienst/Toeslagen veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het griffierecht van € 51,-. De rechtbank heeft de termijnen voor het nemen van besluiten op bezwaar vastgesteld in overeenstemming met eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.