In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 5 juni 2024, is het beroep van eisers gegrond verklaard. Eisers, vertegenwoordigd door mr. E.J. Joosten, hebben beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat zij van mening zijn dat verweerder niet tijdig heeft beslist op hun verzoek om aanvullende compensatie, ingediend op 30 mei 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien verweerder op 21 maart 2024 in gebreke is gesteld en eisers pas op 22 april 2024 beroep hebben ingesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder alsnog een besluit moet nemen, met een uiterlijke datum van 30 juli 2024. Tevens is bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast zijn de proceskosten van eisers, ter hoogte van € 218,75, voor vergoeding door verweerder vastgesteld. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van bestuursorganen bij het nemen van besluiten en de mogelijkheden voor eisers om in beroep te gaan tegen het niet tijdig nemen van besluiten.