In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 5 juni 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 7 september 2022 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door verweerder is overschreden. Eiseres heeft op 13 september 2023 verweerder in gebreke gesteld en heeft meer dan twee weken later, op 3 mei 2024, beroep ingesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder alsnog een besluit moet nemen en dit binnen twee weken na verzending van de uitspraak moet doen. De rechtbank heeft ook de termijnen vastgesteld die door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zijn vastgesteld voor het nemen van besluiten in dergelijke zaken. Verweerder moet een dwangsom van € 100,- per dag betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet verweerder de proceskosten van eiseres vergoeden, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het griffierecht van € 51,- terugbetalen aan eiseres. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.