Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.De beoordeling
€ 396,00(1 punt(en) x tarief € 396,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 24 januari 2024 uitspraak gedaan in een verstekzaak tussen [eiseres] B.V. en [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. De zaak betreft een geschil over een overeenkomst voor de levering van een maatwerkkeuken die door de gedaagden is geannuleerd. De verkoper, [eiseres], vordert schadevergoeding, maar de kantonrechter oordeelt dat de vordering deels moet worden afgewezen omdat de verkoper een hoger bedrag vordert dan contractueel rechtmatig is. De gedaagden hebben de keuken niet afgenomen en hebben geen tijdig verweer gevoerd, waardoor verstek is verleend. De kantonrechter heeft ambtshalve de consumentenbeschermende bepalingen in de overeenkomst getoetst en vastgesteld dat de informatieplichten zijn nageleefd. De kantonrechter oordeelt dat de bedingen over opslag en annulering niet onredelijk bezwarend zijn, maar dat de gevorderde annuleringskosten van 100% van de koopsom niet toewijsbaar zijn. Uiteindelijk wordt 70% van de koopsom toegewezen, evenals een beperkte vergoeding voor opslagkosten. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten wordt afgewezen omdat het beding onredelijk bezwarend is. De kantonrechter wijst de gedaagden in de proceskosten en verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.