In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, omdat zij van mening is dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 9 maart 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 12 juli 2024 uitspraak gedaan in deze zaak. Verweerder heeft op 10 juni 2024 een verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig is, omdat de feiten en omstandigheden duidelijk zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door verweerder is overschreden, aangezien eiseres op 11 mei 2024 in gebreke heeft gesteld en het beroep op 27 mei 2024 is ingediend. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en verweerder opgedragen om alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit te nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten en het griffierecht, dat door verweerder moet worden betaald. De rechtbank heeft de termijnen voor het nemen van een besluit vastgesteld in overeenstemming met eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.