In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 11 juli 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking van de Belastingdienst/Toeslagen met betrekking tot de compensatie kinderopvangtoeslag, maar de Belastingdienst had niet tijdig op dit bezwaar beslist. Eiseres had op 2 oktober 2023 bezwaar gemaakt en op 18 juni 2024 een ingebrekestelling verzonden. De rechtbank oordeelde dat de beslistermijn was overschreden en dat de Belastingdienst alsnog een besluit moest nemen. De rechtbank stelde een uiterste datum van 18 september 2024 voor het nemen van dit besluit en bepaalde dat de Belastingdienst een dwangsom van € 100,- per dag moest betalen voor elke dag dat deze termijn werd overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast werd de dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, omdat de Belastingdienst al 42 dagen in gebreke was. Eiseres kreeg ook een vergoeding voor de proceskosten van € 218,75 en het door haar betaalde griffierecht van € 51,- moest door de Belastingdienst worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.