In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 2 juli 2024, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig had beslist op zijn aanvraag van 25 mei 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien verweerder in gebreke was gesteld op 19 februari 2024 en eiser pas op 23 april 2024 beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op vergoeding van de proceskosten en het griffierecht, dat door verweerder moet worden vergoed. De rechtbank heeft de termijnen voor het nemen van besluiten overgenomen van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die in een eerdere uitspraak nadere beslistermijnen heeft vastgesteld voor dit soort zaken. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.