4.2.De rechtbank zal wat eiseres ter betwisting van de vastgestelde waardes heeft aangevoerd, meewegen.
Beoordeling van het geschil
5. De heffingsambtenaar is uitgegaan van een brutohuurwaarde van € 46.649,- per jaar (huurwaarde per m2: € 131,-). Om de huurwaarde van dit object te onderbouwen heeft de heffingsambtenaar een vergelijking gemaakt met gerealiseerde huurprijzen uit de markt van zeven soortgelijke objecten aan de [straat 1] in [plaats] en één object gelegen aan de [straat 2] , dat ook is gelegen in het centrum van [plaats] en dat uitkomt op de [straat 1] . Deze huurprijzen zijn rondom de waardepeildatum gerealiseerd. Voor de kapitalisatiefactor is de heffingsambtenaar uitgegaan van 10,4. De heffingsambtenaar heeft de om de kapitalisatiefactor te onderbouwen het object van eiseres vergeleken met drie, naar het oordeel van de rechtbank vergelijkbare, objecten waarvan gerealiseerde verkoopcijfers beschikbaar zijn en waarvan de kapitalisatiefactor is berekend aan de hand van die verkoopcijfers en een getaxeerde huurwaarde. De rechtbank is van oordeel dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat hij de waarde van het object niet te hoog heeft vastgesteld. De referentieobjecten zijn ook gelegen aan de [straat 1] in [plaats] en de heffingsambtenaar heeft referentieobjecten gehanteerd waarvan de verkoop- en huurtransacties voldoende dicht rondom de waardepeildatum zijn gesloten. De getaxeerde huurwaarde per m2 en de kapitalisatiefactor van het object van eiseres vallen binnen de bandbreedte van de referentieobjecten. Wat eiseres in beroep aanvoert, brengt de rechtbank niet tot een ander oordeel. Dat legt zij hierna uit.
Het ontbreken van stukken
6. De gemachtigde van eiseres heeft op de zitting aangevoerd dat ten onrechte de allonges behorende bij de huurovereenkomsten niet zijn overgelegd door de heffingsambtenaar. De rechtbank overweegt dat ondanks dat de gemachtigde van eiseres in zijn pinpointbrief wel om stukken verzoekt, hij dit alleen in algemene bewoordingen doet. Bovendien wordt door de gemachtigde van eiseres in iedere zaak dezelfde brief verstuurd, of er nou stukken ontbreken of niet en zelfs als de huurwaardekapitalisatiemethode niet eens is toegepast. Om die reden acht de rechtbank dit daarom niet als een voldoende specifiek verzoek om stukken. Zij overweegt daarbij dat door het sturen van deze algemene brieven, niet van heffingsambtenaren verwacht kan worden dat zij nagaan welk specifiek stuk er in een concreet geval ontbreekt. Pas op de zitting heeft de gemachtigde van eiseres gesteld dat hij de allonges mist. Door dit pas op de zitting aan te voeren acht de rechtbank deze beroepsgrond in strijd met de goede procesorde. Voor zover de heffingsambtenaar al over deze stukken beschikte kon hij deze niet verstrekken, nu hij pas op zitting werd geconfronteerd met een concrete invulling van het verzoek. De rechtbank laat deze beroepsgrond daarom buiten beschouwing.
De vergelijkbaarheid van de verkooptransacties
7. Eiseres stelt dat de door de heffingsambtenaar gebruikte referentieobjecten niet vergelijkbaar zijn. Zo zijn de referentieobjecten kleiner in totaaloppervlakte waardoor volgens eiseres de m2-prijs kunstmatig omhoog gedreven wordt. De heffingsambtenaar heeft ten onrechte deze referentieobjecten als onderbouwing gebruikt, waardoor de heffingsambtenaar niet aannemelijk heeft gemaakt dat de eindwaarde niet te hoog is vastgesteld.