In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 1 augustus 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag, maar de Belastingdienst/Toeslagen had niet tijdig op dit bezwaar beslist. Eiseres had op 3 oktober 2023 bezwaar gemaakt, maar de Belastingdienst heeft pas op 9 juli 2024 een verweerschrift ingediend. De rechtbank oordeelt dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres terecht beroep heeft ingesteld. De rechtbank bepaalt dat de Belastingdienst alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen. Indien dit niet gebeurt, moet de Belastingdienst een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank stelt de dwangsom vast op € 1.442,-, omdat er al 42 dagen zijn verstreken sinds de ingebrekestelling. Daarnaast krijgt eiseres een vergoeding voor de proceskosten van € 218,75 en het betaalde griffierecht van € 51,- moet door de Belastingdienst aan eiseres worden vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.