In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 6 februari 2024, wordt het beroep van eiser behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag, maar de Belastingdienst heeft niet tijdig beslist op dit bezwaar. Eiser heeft op 19 juni 2023 bezwaar gemaakt en op 10 november 2023 beroep ingesteld omdat de beslistermijn was overschreden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn inderdaad is overschreden en dat het beroep gegrond is. De rechtbank draagt de Belastingdienst op om alsnog binnen zes weken na de uitspraak een besluit op bezwaar bekend te maken. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft verzocht om vergoeding van de werkelijke kosten van rechtsbijstand, maar de rechtbank ziet geen aanleiding om van de forfaitaire vergoeding af te wijken. De rechtbank kent een bedrag van € 218,75 toe voor proceskosten en bepaalt dat het betaalde griffierecht van € 50,- aan eiser moet worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.