ECLI:NL:RBMNE:2024:5448
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvragen om (bijzondere) bijstand en beroep ongegrond
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 9 februari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een inwoner van Utrecht, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Eiser had eerder bijstand aangevraagd, maar deze aanvraag werd afgewezen omdat verweerder onvoldoende informatie had over de inkomsten van eiser uit een hennepkwekerij die in zijn woning was aangetroffen. Eiser had zijn recht op bijstand per 9 oktober 2019 ingetrokken en teruggevorderd, en zijn bezwaren tegen deze besluiten werden ongegrond verklaard. Eiser heeft op 16 juni 2022 opnieuw bijstand aangevraagd, maar deze aanvraag werd ook afgewezen. De rechtbank oordeelde dat eiser niet had aangetoond dat er sprake was van een wijziging van omstandigheden die hem recht op bijstand zou geven. De rechtbank concludeerde dat de eerdere besluitvorming over de intrekking en terugvordering van de bijstand in hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep ligt en dat de inhoudelijke discussie daar moet plaatsvinden. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 9 februari 2024.