ECLI:NL:RBMNE:2025:161
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van voorschotten op basis van de NOW-3 regeling en de verplichting tot tijdige aanvraag van vaststelling
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 9 januari 2025, staat de terugvordering van voorschotten op basis van de Derde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW-3) centraal. Eiseres, een BV, heeft subsidies aangevraagd en voorschotten ontvangen, maar heeft nagelaten om tijdig een aanvraag voor de definitieve vaststelling van deze subsidies in te dienen. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft daarop besloten de subsidies op nihil te stellen en de voorschotten terug te vorderen, omdat er geen aanvragen voor vaststelling zijn ingediend. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar de minister heeft de bestreden besluiten gehandhaafd. De rechtbank heeft de beroepen van eiseres ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelt dat het niet ontvangen van herinneringsbrieven geen excuus is voor het niet tijdig indienen van de vaststellingsaanvragen. De rechtbank benadrukt dat het de verantwoordelijkheid van eiseres was om op de hoogte te zijn van de verplichtingen die voortvloeien uit de subsidieaanvragen. De rechtbank concludeert dat de minister in redelijkheid de voorschotten heeft kunnen terugvorderen, en dat er geen sprake is van schending van het evenredigheids- of gelijkheidsbeginsel. Eiseres heeft geen nieuwe kans gekregen voor het indienen van de aanvragen, en de rechtbank bevestigt dat de terugvordering van de voorschotten gerechtvaardigd is.