16.1.Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep hiermee voldoende gemotiveerd waarom er geen aanleiding bestond voor het alsnog
verrichten van een lichamelijk onderzoek. Eisers enkele stelling in reactie op de motivering dat hij klachten heeft aangevoerd die zowel lichamelijk als psychisch van aard zijn (zoals griepklachten, extreme vermoeidheid en spanningsklachten), biedt geen aanknopingspunt voor een andere conclusie. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft immers navolgbaar aangegeven dat voor deze klachten een lichamelijk onderzoek geen meerwaarde heeft.
17. Het onderzoek naar de psychische belastbaarheid is volgens eiser niet zorgvuldig verricht, omdat het spreekuurcontact bij de primaire verzekeringsarts slechts 7 minuten duurde en de verzekeringsarts bezwaar en beroep eiser niet heeft gezien voor een diepgaand psychisch onderzoek. Volgens eiser is een spreekuur van 7 minuten tijd evident onvoldoende om een afgewogen oordeel te vellen over zijn complexe medische situatie. De rechtbank ziet in wat eiser aanvoert geen reden voor het oordeel dat het medisch onderzoek ten aanzien van de psychische klachten van eiser niet zorgvuldig is geweest. Het Uwv heeft noch bevestigd noch ontkend dat het spreekuurcontact 7 minuten heeft geduurd, maar wat daar ook van zij, de duur en omvang van het medisch onderzoek is niet doorslaggevend voor de zorgvuldigheid daarvan.Een kortdurend psychisch onderzoek door de primaire verzekeringsarts is daarom ook geen directe aanleiding voor het oordeel dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep zelf nader psychisch onderzoek had moeten verrichten. Voor zover eiser spreekt over een ‘complexe medische situatie’ (die een uitgebreider psychisch onderzoek vergde), is dit zijn eigen opvatting, die verder niet medisch is onderbouwd. Daarbij merkt de rechtbank op dat niet in geschil is dat voldoende medische informatie van de behandeld sector aanwezig is. Daar komt bij dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep bij de beoordeling van de psychische belastbaarheid in bezwaar niet alleen is afgegaan op de bevindingen van de primaire verzekeringsarts en de destijds voorhanden medische informatie, maar ook informatie van de GZ-psycholoog van 27 februari 2023 heeft verkregen en die informatie kenbaar heeft betrokken bij zijn beoordeling.
18. De rechtbank ziet verder geen grond voor het oordeel dat het Uwv zich heeft gebaseerd op een onjuist dagverhaal. Volgens eiser staat in het dossier onjuist vermeld dat hij drie keer per week naar de sportschool ging, maar dat het in die tijd ging het om drie keer per week lichte oefeningen thuis. Dat vindt de rechtbank niet aannemelijk op basis van het dossier, omdat de primaire verzekeringsarts en een medisch secretaresse los van elkaar na individueel contact hebben opgetekend dat eiser heeft aangegeven naar de sportschool te gaan sinds respectievelijk 1,5 en 1 maand. De primaire verzekeringsarts heeft bovendien opgetekend dat eiser wandelt met de hond, soms kookt en licht huishoudelijk werk doet, op basis van de eigen verklaringen van eiser op het spreekuur. Volgens eiser klopt dit niet. Het komt slechts een aantal keer per week voor dat hij loopt hij met de hond en lichte huishoudelijke werkzaamheden doet. Koken gebeurt bij noodzaak hoogstens eens in de twee of drie weken. Voor zover er al getwijfeld moet worden aan de juistheid van het dagverhaal destijds zoals is weergegeven, geldt dat uit het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 7 mei 2024 blijkt dat het dagverhaal opnieuw is uitgevraagd op de hoorzitting van 18 januari 2024 in bezwaar. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft op basis daarvan geconcludeerd dat eiser niet (meer) naar de sportschool gaat, vaak op bed ligt, een beetje leest en tv kijkt, slaapt en niet veel bijzonders doet. Dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep uitgaat van een actiever dagverhaal zoals eiser dat heeft geschetst in het aanvullend beroepschrift en tijdens de hoorzitting destijds, is niet gebleken.
19. De rechtbank ziet geen aanleiding om te oordelen dat het Uwv de belastbaarheid van eiser in de FML van 25 september 2023 onjuist heeft ingeschat. Zij legt hierna uit hoe zij tot deze conclusie is gekomen.
20. Het Uwv is ermee bekend dat eiser diverse lichamelijke en psychische klachten heeft. Daarmee is ook rekening gehouden bij de vaststelling van de beperkingen. Zo zijn in de FML diverse beperkingen opgenomen in de rubrieken 1 (persoonlijk functioneren), 2 (sociaal functioneren), 4 (dynamische handelingen) en 6 (werktijden). De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in zijn rapport van 7 mei 2024 gemotiveerd waarom deze beperkingen zijn aangenomen voor de klachten van eiser.
21. Vanwege de depressieve klachten en belemmeringen die daarbij horen (spanningen, nervositeit en wisselende stemmingen) is eiser verminderd psychisch belastbaar volgens de verzekeringsartsen. Daarom zijn beperkingen aangenomen ten aanzien van werken met deadlines of productiepieken, omgaan met conflicten en leidinggegeven.
22. Vanwege de vermoeidheidsklachten, griepklachten, algehele malaise bij lichte inspanning, hoofdpijn, wisselende eetlust en darmklachten moet eiser volgens de verzekeringsartsen fysiek zwaar werk vermijden, waardoor beperkingen zijn aangenomen ten aanzien van tillen tijdens het werk en dragen tijdens het werk. Daarnaast is een beperking aangenomen voor ’s nachts werken om een goede nachtrust te waarborgen in verband met zijn psychische klachten en zijn vermoeidheid. Daarnaast hebben de verzekeringsartsen vanwege de vermoeidheid, de behandelingen van eiser op de datum in geding en om terugval in (psychische) klachten te voorkomen een urenbeperking van 4 uur per dag en 20 uur per week aangenomen.
23. In wat eiser in beroep heeft aangevoerd ziet de rechtbank geen reden om te twijfelen aan de motivering van de verzekeringsartsen van het Uwv. Zij hebben namelijk inzichtelijk en consistent gemotiveerd hoe en waarom zij tot eisers belastbaarheid zijn gekomen. Eiser heeft in beroep weliswaar een lijst overgelegd met punten waarop volgens hem (verdergaande) beperkingen aan de orde zijn, maar hij heeft geen medische stukken ingebracht die dat standpunt onderbouwen. Hij heeft ook niet concreet verwezen naar bevindingen uit reeds beschikbare medische informatie die onvoldoende zijn meegewogen door de verzekeringsarts bezwaar en beroep. De rechtbank ziet door ook geen aanknopingspunt voor. Volgens eiser leveren de bestaande medische gegevens zoals de diagnoses depressie, PTSS en spanningsklachten voldoende bewijs dat de beperkingen ernstiger zijn, maar daarin volgt de rechtbank hem niet. Een diagnose in het algemeen niet bepalend voor het vaststellen van de arbeidsbeperkingen.
24. Eiser heeft nog benoemd dat hij zich stoort aan de standaardomschrijving van hem ten tijde van het spreekuur. Hij geeft aan dat hij er tijdens het gesprek verstrooid bij zat, voor zijn gevoel niet goed kon reageren op wat werd gezegd, meerde malen midden in een zin vergat waar hij het over had en er allesbehalve goed en fit bij zat. Voor zover eiser met de ‘standaard omschrijving’ de algemene indruk en de resultaten van het psychische onderzoekt bedoelt, zoals deze in het rapport van 25 september 2023 van de primaire verzekeringsarts is opgenomen en daarmee deze bevindingen weerspreekt, ziet de rechtbank bij gebrek aan een concreet aanknopingspunt daartoe geen aanleiding om eiser daarin te volgen. Het gaat immers om de bevindingen van de verzekeringsarts zelf en zijn indruk van eiser. Dat eiser dit anders heeft ervaren is op zichzelf niet voldoende voor twijfel aan de juistheid van de bevindingen van de primaire verzekeringsarts.
De arbeidskundige beoordeling
25. Gelet op wat hiervoor is overwogen is de rechtbank van oordeel dat de beperkingen van eiser in de FML van 25 september 2023 niet zijn onderschat. Op basis daarvan heeft het Uwv zich op het standpunt gesteld dat eiser geschikt is voor de drie geselecteerde functies van archiefmedewerker, telefonist (centrale)/medewerker callcenter en medewerker binderij, grafisch nabewerker (‘zijn arbeid’). Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende gemotiveerd dat deze aan eiser voorgehouden functies in overeenstemming zijn met de belastbaarheid zoals vastgelegd in de FML van 25 september 2023.