Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Waar gaat deze procedure over?
3.Wat aan dit vonnis vooraf ging
4.De nadere beoordeling door de kantonrechter
€ 41,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 30 april 2025 een verstekvonnis gewezen in een geschil tussen de besloten vennootschap Capaccs Invest II B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vorderde het resterende deel van de koopprijs van een product dat de gedaagde partij had aangeschaft via een webwinkel, waarbij de mogelijkheid tot betaling in termijnen was aangeboden. De gedaagde partij had de tweede en derde termijn niet betaald, ondanks aanmaningen. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis eerder geoordeeld dat de eisende partij moest onderbouwen of het krediet onder de uitzondering van artikel 7:58 lid 2 onder e van het Burgerlijk Wetboek valt. De eisende partij heeft aangetoond dat de aangerekende rente en incassokosten geen deel uitmaken van het verdienmodel van de kredietverstrekker, waardoor de uitzondering van toepassing is. De kantonrechter heeft ambtshalve de naleving van consumentenbeschermende bepalingen beoordeeld en vastgesteld dat niet aan alle informatieplichten was voldaan. Dit leidde tot een vermindering van de betalingsverplichting van de gedaagde partij met 20%. Uiteindelijk is de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van € 364,30 aan de eisende partij, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.