13.BESLISSING
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 4 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
zestien maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
vier maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van
twee jarenvast;
- als voorwaarden gelden dat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte gedurende de proeftijd:
1.
meldplicht bij reclassering
zich binnen vijf werkdagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland op het adres Zwarte Woud 2 in Utrecht en zich blijft melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
actief deelneemt aan de gedragsinterventie Leefstijltraining of een andere gedragsinterventie die gericht is op verslaving en middelengebruik, te bepalen door de reclassering, en zich houdt aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
3.
begeleid wonen of maatschappelijke opvang
meewerkt aan het vinden van een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk of het volgen van een opleiding, met een vaste structuur;
inzage geeft in zijn financiën om aan te kunnen tonen dat zijn schulden niet verder oplopen en zich houdt aan de afbetalingsregelingen;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
Benadeelde partij [slachtoffer 1] (feit 2)
- wijst de vordering van
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 september 2024 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 61.500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 september 2024 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [slachtoffer 2] (feiten 3 en 4)
- verklaart
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.B. Duinkerken, voorzitter, mrs. J.F. Haeck en L.R.H. Koekoek, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.C. van Grinsven, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 16 mei 2025.
Mr Koekoek en mr Van Grinsven zijn niet in staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage 1: de tenlastelegging, gewijzigd op de terechtzitting van 2 mei 2025
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 11 oktober 2024 te Utrecht, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van juwelen en/of sieraden en/of andere waardevolle voorwerpen, althans enig goed,
door:
- die [slachtoffer 3] te bellen en/of (vervolgens) zich onder valse naam voor te doen als een medewerker van de politie en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 3] te vragen of zij waardevolle spullen in de woning had en/of (vervolgens) te vertellen dat er in de buurt van de woning van die [slachtoffer 3] gewapende overvallen waren gepleegd door vier mannen en/of dat er maar twee mannen gepakt waren en de buit voornamelijk juwelen betrof en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 3] te vertellen dat er een persoon langs zou komen om de juwelen op te halen en te laten taxeren en/of te vragen de waardevolle juwelen onherkenbaar in te pakken en/of een codenummer te geven en/of (vervolgens)
- bij de woning van die [slachtoffer 3] langs te gaan en/of daar om afgifte van voornoemde juwelen te vragen en/of daarbij een code te noemen,
waarna die [slachtoffer 3] werd bewogen tot de afgifte van de juwelen en/of sieraden en/of andere waardevolle voorwerpen;
2
hij op of omstreeks 28 september 2024 te Egmond aan Zee , gemeente Bergen (NH), althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van juwelen en/of sieraden en/of contant geld en/of andere waardevolle voorwerpen, althans enig goed,
door:
- die [slachtoffer 1] te bellen en/of (vervolgens) zich onder valse naam voor te doen als een medewerker van de bank en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 1] te vertellen en/of dat er geld was overgemaakt van haar bankrekening en/of dat er dreiging was dat er waardevolle goederen bij haar zouden worden weggenomen en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 1] te vragen om al haar sieraden en/of andere waardevolle goederen in een tas te stoppen en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 1] te vertellen dat er iemand langs zou komen om de sieraden en/of andere waardevolle goederen op te halen en te laten taxeren en/of (vervolgens)
- bij de woning van die [slachtoffer 1] langs te gaan en daar om afgifte van voornoemde sieraden en/of contant geld en/of waardevolle goederen te vragen,
waarna die [slachtoffer 1] werd bewogen tot de afgifte van de sieraden en/of contant geld en/of waardevolle goederen;
3 ( op de dagvaarding vermeld als feit 4)
hij in of omstreeks de periode van 05 oktober 2024 tot en met 10 oktober 2024 te Utrecht en/of Vlaardingen en/of Heemskerk en/of Lisse, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
heeft bewogen tot de afgifte van enig geldbedrag en/of sieraden en/of een iPad en/of bankpas(sen) en/of andere waardevolle voorwerpen en/of het ter beschikking stellen van (inlog)gegevens (waaronder kaartnummers en/of pincode(s)) van zijn/haar bankaccount(s)
door:
- voornoemde personen te bellen en/of (vervolgens) zich onder valse naam voor te doen als een medewerker van de politie en/of een medewerker van de bank (vervolgens)
- voornoemde personen te vertellen dat er iets aan de hand was met de bankrekening en/of dat er vreemde transacties waren gezien op de bankrekening en/of te vragen of zij waardevolle spullen in de woning hadden en/of dat er in de buurt van voornoemde personen veel diefstallen werden gepleegd en/of (vervolgens)
- voornoemde personen te vertellen dat er een medewerker van de politie en/of een medewerker van de bank langs zou komen om de sieraden en/of bankpas op te halen en/of (vervolgens)
- voornoemde personen te vragen de pincode(s) in te spreken na het horen van piepjes en/of (vervolgens)
- bij de woning van voornoemde personen langs te gaan en/of zich voor te doen als medewerker van de politie en/of een medewerker van de bank daar om afgifte van voornoemde sieraden en/of bankpas en/of waardevolle goederen te vragen,
waarna voornoemde personen werden bewogen tot de afgifte van enig geldbedrag en/of sieraden en/of een iPad en/of bankpas(sen) en/of andere waardevolle voorwerpen en/of voornoemde gegevens;
4 ( op de dagvaarding vermeld als feit 5)
hij in of omstreeks de periode van 5 oktober 2024 tot en met 10 oktober 2024 te Utrecht en/of Vlaardingen en/of Heemskerk en/of Lisse, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, enig geldbedrag en/of sieraden en/of een iPad en/of bankpas(sen) en/of andere waardevolle voorwerpen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of enig geldbedrag en/of sieraden en/of een iPad en/of bankpas(sen) en/of andere waardevolle voorwerpen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren en/of het weg te nemen geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, te weten door zich onder valse naam voor te doen als een medewerker van de politie en/of een medewerker van de bank (vervolgens) bij de woning van voornoemde personen langs te gaan en daar afgifte te vragen van enig geldbedrag en/of sieraden en/of een iPad en/of andere waardevolle voorwerpen en/of bankpas(sen).
Bijlage 2: de bewijsmiddelen
In de bewijsmiddelen wordt telkens verwezen naar dossierpagina’s van het dossier met onderzoeksnummer 31AXEL24, documentcode 301224.0900.17221, doorgenummerd pagina 1 tot en met 270.
Alle hieronder genoemde processen-verbaal zijn, voor zover niet anders vermeld, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en de voor het bewijs gebezigde inhoud daarvan is telkens zakelijk weergegeven.
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] van 11 oktober 2024 (p. 17 tot en met 19), voor zover inhoudende:
Op 11 oktober 2024 was ik in mijn woning op de [adres] te [woonplaats] . Ik werd gebeld op mijn vaste huistelefoon. Ik nam het gesprek aan en na enige tijd kreeg ik een man aan de telefoon die zich voorstelde als een medewerker van de politie Midden Nederland. Ik hoorde deze man de straat opnoemen waar ik woon. Ik hoorde de man zeggen dat er in mijn buurt gewapende overvallen waren gepleegd. De man vroeg aan mij of ik waardevolle spullen in mijn woning had. Ik vertelde de man dat ik alleen juwelen in huis heb. In totaal waren het vier mannen maar konden er twee worden opgepakt. De buit van deze opgepakte mannen waren voornamelijk juwelen.
De man probeerde mij ervan te overtuigen om een collega in burger langs mijn woning te sturen om mijn juwelen te taxeren. De man vertelde mij dat ik mijn waardevolle juwelen onherkenbaar moest inpakken, het liefst in een boodschappentas. Voor de veiligheid van mijn juwelen zou deze jongen de juwelen eerst brengen naar het politie, waarna de politie de juwelen zou brengen naar een kluis van een Nederlandse bank.
Ik geloofde de man en heb mijn juwelen in een postzak gedaan. Deze postzak heb ik vervolgens in een blauwe plastic boodschappentas van Albert Heijn gedaan. De man aan de telefoon gaf mij uiteindelijk een codenummer. Dit was 41199.
Omstreeks 13:15 uur belde er een jonge man bij mij aan. Nadat de jongen het codenummer opnoemde heb ik hem de boodschappentas gegeven. Vervolgens liep de jongen weg.
Niet veel later stonden er twee politieagenten in uniform voor mijn deur. De agenten
deelde mij toen mede dat ik zojuist slachtoffer ben geworden van een babbeltruc maar
dat de jongen die mijn sieraden ophaalde, is aangehouden.
2.
Het proces-verbaal van bevindingen (omstandigheden aanhouding 2) van 11 oktober 2024 (p. 59 en 60), voor zover inhoudende:
Op 11 oktober omstreeks 13.14 uur, hoorde ik via het portofonische verkeer een melding van mogelijke fraude dat zou plaatsvinden op de [adres] te [woonplaats] .
Op bovenstaande dag en datum, omstreeks 13.30 uur was collega [verbalisant 1] ter plaatse. Ook deze collega was onopvallend gekleed en reed in een onopvallend voertuig. Ik hoorde hem een kenteken doorgeven, te weten: [kenteken] . Ik hoorde mijn collega vervolgens zeggen dat de inzittende van dit voertuig langzaam door de [straat] te [woonplaats] reed en erg aandachtig in elk geparkeerd voertuig keek.
Op bovenstaande dag en datum, omstreeks 13.35 uur kwam ik ter plaatse en nam ik positie in op de [straat] te [woonplaats] . Omstreeks 13.45 uur zag ik vanuit de Rembrandtkade te Utrecht een persoon komen lopen. Deze persoon bleek later te zijn genaamd:
Naam: [verdachte]
Geboortedatum: [2003] te [geboorteplaats] (Syrië)
Adres: [adres] [woonplaats]
Ik zag dat [verdachte] in één rechte lijn naar de woning aan de [adres] te [woonplaats] liep en dat hij voor de deur ging staan. Ik zag dat de voordeur openging en dat een bewoner een blauwe Albert-Heijn bigshopper aan deze persoon overhandigde. Ik zag dat [verdachte] direct hierna weer zijn weg terug vervolgde in de richting van de Rembrandtkade te Utrecht en richting het eerdergenoemde voertuig met kenteken [kenteken] liep. Ik zag dat hij dit voertuig opende en als bestuurder instapte. Ik zag dat collega [verbalisant 1] de persoon uit het voertuig richting de grond begeleidde.
Ik zag dat collega [verbalisant 1] in een blauwe bigshopper tas keek. Ik zag dat dit de bigshopper tas betrof die [verdachte] vanuit de woning aan de [adres] te [woonplaats] mee had gekregen. Ik hoorde collega [verbalisant 1] zeggen dat er in de tas meerdere doosjes met sieraden lagen.
3.
Het proces-verbaal van bevindingen (verbalisanten ter plaatse) van 11 oktober 2024 (p. 21), voor zover inhoudende:
We hebben de foto van de sieraden laten zien aan [slachtoffer 3] . Wij hoorden [slachtoffer 3] hierop zeggen dat dit haar sieraden betroffen.
4.
De verklaring van verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 2 mei 2025, voor zover inhoudende:
Het klopt dat ik op 11 oktober 2024 naar dat adres aan de [adres] in [woonplaats] ben gegaan. Ik heb daar aan de deur een code opgenoemd en toen kreeg ik van die oude mevrouw een tas.
5.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 29 september 2024 (p. 124 en 125), voor zover inhoudende:
Plaats delict: [adres] te [woonplaats]
Pleegdatum/tijd: Tussen zaterdag 28 september 2024 om 19:21 uur en zondag 29 september 2024 om 01:00 uur
Gisteren ben ik om 18.58 uur, gebeld op mijn telefoon door een voor mij onbekend telefoonnummer. Toen ik de telefoon opnam hoorde ik dat ene [fakenaam] zich voorstelde als bankmedewerker van de ABN-AMRO. Ik hoorde [fakenaam] zeggen dat er 1.200 euro is overgemaakt naar een Zwitserse rekening en of ik dat zelf gedaan had. Wij hebben een uitgebreid gesprek gehad over mijn bankafschriften en over mijn veiligheid. Ik hoorde [fakenaam] het volgende zeggen, of van gelijke strekking: er zijn vandaag drie jongens aangehouden, hierbij bestond het vermoeden dat ze bij mij waardevolle spullen gingen meenemen.
Ik hoorde [fakenaam] zeggen dat ik al mijn sieraden in een tas moest stoppen. [fakenaam] heeft mij gevraagd wat voor sieraden ik had. Ik heb hierop geregeerd dat ik een diamanten Rolex heb ter waarde van 32 duizend. Ook zei ik dat ik een armband van Cartier van een waarde 17 duizend euro heb. En oorbellen van Cartier met een waarde van ongeveer 10 duizend euro. Ook hebben ze mijn gouden trouwring meegenomen. Ook heb ik echtheid certificaten van de sieraden, deze moest ik ook in de tas stoppen. Ik heb ook nog 2 duizend euro in de tas gedaan. Ik hoorde [fakenaam] zeggen dat er iemand aan de deur kwam, deze man zou mijn sieraden taxeren dit zou twee minuten duren. Ik hoorde [fakenaam] vervolgens een code zeggen deze moest ik herhalen als iemand aan de deur kwam.
Tussen 22.00 en 23.00 uur, werd er bij mij aangebeld. Ik heb de deur opengedaan en zag dat er een man voor mij stond. Ik omschrijf de man als volgt:
- licht getint mogelijk Antilliaans;
Ik hoorde de eerder omschreven man zeggen dat het goed was en heb de zak met mijn sieraden en echtheid certificaten overhandigd aan de man. De man is vervolgens weggegaan.
6.
Het proces-verbaal van verhoor van de verdachte [verdachte] van 12 oktober 2024 (p. 239), voor zover inhoudende:
V: Wie kennen de code van jouw telefoon?
A: Ik ben de enige.
V: Wie maken er allemaal gebruik van jouw telefoon?
A: Alleen ik.
7.
Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek historische gegevens [verdachte] ) van 12 oktober 2024 (p. 103 en 104), voor zover inhoudende:
Tijdens de aanhouding van [verdachte] was hij in het bezit van één mobiele telefoon. Deze
werd voor het onderzoek in beslag genomen. Ik zag dat de telefoon een Iphone 15 pro max betrof. Ik zag dat er aan het toestel twee IMEI-nummers gekoppeld waren. Dit betroffen:
Ik, verbalisant [verbalisant 2] kwam in de telefoon een print screen tegen welke gemaakt was op 28 september 2024 om 20:51 uur. Ik zag dat gezocht was op de straatnaam " [straat] in [woonplaats] ".
8.
Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek historische gegevens [verdachte] ) van 17 oktober 2024 (p. 133), voor zover inhoudende:
Ik stelde een onderzoek in naar de gevorderde historische telefonische gegevens van het IMEI nummer [IMEI-nummer] behorend bij verdachte [verdachte] .
Op 28 september zag ik dat er 4 registraties waren waarbij de zendmast zich in [woonplaats] bevond. Bij een gesprek omstreeks 21:15 uur van 29 seconden werd de zendmast aan de [adres] te [woonplaats] gebruikt. De overige twee registraties betrof data verkeer omstreeks 21:14 uur en 21:15 uur vanaf de zendmast [adres] te [woonplaats] . De zendmast [straat] bevindt zich op 750 meter van de [adres] .
9.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] van 30 april 2025 (ongenummerd), voor zover inhoudende:
Uit onderzoek is gebleken dat het voertuig voorzien van kenteken [kenteken] op 28 september 2024 omstreeks 20:25:15 uur reed op de snelweg A2, hectometerpaal 38,9 links. Dit houdt in dat het voertuig van verdachte [verdachte] , reed op de route tussen Utrecht en Egmond aan Zee, waar het slachtoffer werd opgelicht. Hij reed in de richting van Egmond.
10.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] van 5 oktober 2024 (p. 174 en 175), voor zover inhoudende:
Plaats delict: [adres] te [woonplaats] (Woning)
Op 5 oktober 2024, om 19.00 uur werd ik gebeld op mijn huistelefoon. Ik hoorde een man aan de andere kant van de lijn, hij gaf aan dat hij [fakenaam] heette. Ik hoorde dat [fakenaam] aangaf dat hij voor de bank werkte en zich bezig houdt met fraude. Ik hoorde dat [fakenaam] zei dat er iemand geprobeerd zou hebben om 1200 euro af te schrijven vanuit Duitsland maar dat ze dit hebben tegen gehouden. Ik hoorde dat [fakenaam] zei dat ze mijn bankpas zouden veranderen en dat er iemand morgen (6-10) langs zou komen om dit om te wisselen. Ik hoorde dat [fakenaam] zei dat ik de pincode moest inspreken via de telefoon, dit heb ik toen gedaan. Ik heb aangegeven dat ik mijn bankpas niet zou afgeven voordat in een nieuwe zou hebben. Ik hoorde dat [fakenaam] zei dat er vandaag nog iemand langs zou komen. Rond 19.30 uur ging de bel. Ik heb opgedaan en een man binnengelaten. Ik hoorde dat deze man zei dat hij mijn pasje kwam registreren. Ik kan deze man als volgt omschrijven.
Man
Licht getint
Rond de 170 centimeter
Normaal postuur
Rond de 25 jaar
Krullend kort zwart haar
Deze persoon zal ik omschrijven als NN1
NN1 vroeg of hij mijn iPad mocht zien om te kijken of het met de bankrekening allemaal klopte. NN1 gaf aan dat hij mijn pas wel kon registreren maar dit in zijn auto doen en dat hij zo terug zou komen. NN1 is met mijn iPad en bankpas naar buiten gelopen. NN1 is niet meer terug gekomen.
11.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] van 5 oktober 2024 (p. 183), voor zover inhoudende:
Plaats delict: [adres] , [woonplaats]
Op 5 oktober 2024 tussen 23.00 en 23.30 uur werd er gebeld aan de voordeur van mijn woning. Toen ik mijn voordeur had geopend zag ik dat er een jongeman voor de voordeur stond die aangaf dat hij van de politie was en dat er meerdere politiemensen in de wijk rondliepen. Op het moment dat ik de voordeur had geopend had ik een zogenaamde medewerker van de ABN AMRO bank aan de lijn die mij kort daarvoor had gevraagd of ik een geldbedrag had afgeschreven van mijn rekening. De man vertelde mij dat er politie in de wijk liep, dat zij van alles op de hoogte waren en dat ik niet bang hoefde te zijn.
12.
Het proces-verbaal van aanvullend verhoor van aangever [slachtoffer 5] van 4 november 2024 (p. 186 tot en met 188), voor zover inhoudende:
OP 5 oktober 2024 omstreeks 20.30 uur ben ik op mijn vaste telefoonnummer gebeld door een medewerker van ABM AMRO bank die vertelde dat hij [fakenaam] heette. De man vervolgde door tegen mij te zeggen of ik online een bestelling had geplaatst. Ik gaf aan dat ik niets had besteld. Op een gegeven moment vroeg de man aan mij of ik sieraden in huis had. De man vertelde vervolgens dat hij net een bericht van de politie had ontvangen dat er in de buurt waar ik woon men bezig was om inbrekers te pakken. De man vervolgde dat de politie die in de buurt was een brief had gevonden met mijn adres erop. Ik schrok, en ik riep ik ben hier niet blij mee. De man gaf aan dat hij blij was dat hij mij nog kon helpen en dat ik geen zorgen hoefde te maken. De man vroeg mij of ik alle sieraden die ik bezit klaar kon leggen, er zou een taxateur met een politieman aan de deur komen om de sieraden op te halen voor taxatie. De taxatie zou in de auto plaatsvinden zodat bij een inbraak de politie zou weten wat er is weggenomen. Ik zou vervolgens de sieraden direct terugkrijgen. Ik heb gedurende de avond vanaf 20.30 uur met onderbrekingen tot tussen 23.00 uur en 23.30 uur aan de telefoon gezeten.
Tegen 23.30 uur werd er aangebeld bij mijn voordeur. Ik zag dat er een man voor de deur stond. Ik heb vervolgens de voordeur geopend op aanraden van de man op de telefoon. Ik kan de jongen die aan de voordeur stond en die bij mij naar binnen is gelopen als volgt omschrijven:
- Leeftijd rond de 20 jaar
- Verlegen type, keek mij niet aan maar keek naar beneden
- Stond gebogen voor mij
- Marokkaans of Turks type, het was geen Hollandse jongen
- Licht getint
- Volle zwart kleurige haardos
- Slank postuur
- Lengte 175 centimeter.
Ik heb de man vervolgens de Albert Heijn zak overhandigd en zonder wat te zeggen draaide de man om en liep weg, langs de flat in de richting van de Mendeldreef.
13.
Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek locaties telefoon [verdachte] ) van 4 november 2024 (p. 192 tot en met 194), voor zover inhoudende:
Ik, verbalisant [verbalisant 2] , bekeek de locatie gegevens van de dag 5 oktober 2024 om te achterhalen welke verplaatsingen [verdachte] doet na de mogelijke oplichtingen. Alle coördinaten welke worden weergegeven zijn doorgegeven door de app Flitsmeister, welke toestemming heeft tot de locatie gegevens van het toestel.
Ik zag aan de hand van Geo locatie dat het toestel van [verdachte] onderstaande verplaatsingen maakte.
05-10-2024, 18:18 uur: Panweg, Zeist
05-10-2024, 18:48 uur: Tafelbergweg Amsterdam
05-10-2024, 19:20 uur: Koningin Wilhelminastraat, Heemskerk
05-10-2024, 19:21 uur: Titus Brandsmastraat, Heemskerk
05-10-2024, 20:14 uur: A9 t.h.v. Zwanenburg
05-10-2024, 23:41 uur: Linnaeuspark, Lisse
05-10-2024, 23:42 uur: Mendeldreef, Lisse
05-10-2024, 23:44 uur: In een pand aan het [straat] , Lisse
05-10-2024, 23:45 uur: Op de parkeerplaats aan het [straat] , Lisse
05-10-2024, 23:47 uur: Mendeldreef, Lisse wijk uitgaand
06-10-2024, 00:08 uur: N207 t.h.v. Beinsdorp
Uit de reisgegevens is af te lezen dat het toestel van [verdachte] vanuit Zeist reist naar Heemskerk via een locatie in Amsterdam. Volgens de routeplanner duurt deze route zonder vertraging in het verkeer, 1 uur en 3 minuten. In de avond van 5 oktober 2024 heeft een oplichting plaats gevonden op het adres [adres] te [woonplaats] . Deze straat is in dezelfde wijk gelegen als de 2 straten waar het toestel van [verdachte] uit straalt. Het slachtoffer van 85 jaar oud, verklaarde dat rond 19:30 uur bij haar werd aangebeld. De locatie [straat] waar het toestel van [verdachte] uit straalt, is 350 meter vanaf de woning van het slachtoffer [adres] . Het toestel is maar kort in deze wijk en rijdt vanuit daar direct terug naar Zeist.
Uit bovenstaande reis gegevens is ook af te lezen dat het toestel van [verdachte] vanuit Zeist, over de snelweg afreist naar de Mendeldreef in Lisse. Te zien is dat het toestel zich vervolgens verplaatst naar een pand aan het [straat] te [woonplaats] . In het politiesysteem zocht ik vervolgens op deze locatie. Ik zag dat er die avond een slachtoffer was gemaakt van oplichting. Dit slachtoffer is woonachtig op het [adres] te [woonplaats] . Deze woning is exact gelegen in de hoek waar het toestel van [verdachte] ook uit straalt.
14.
Het proces-verbaal van bevindingen (telecomgegevens) van 25 november 2024 (p. 200 en 201), voor zover inhoudende:
Middels vorderingen aanvraag historische gegevens telefonie werd gepoogd te
achterhalen door wie dan wel met welk telefoonnummer het slachtoffer werd gebeld.
Uit dit onderzoek is gebleken dat het slachtoffer uit [woonplaats] , gebeld werd op haar huistelefoon, door een mobiel telefoonnummer [telefoonnummer] . Dit telefoonnummer van KPN zat in een mobiel toestel voorzien van IMEI-nummer [IMEI-nummer] . Te zien was dat dit toestel als mast verbinding maakte met de mast gevestigd aan de [adres] te [woonplaats] .
Uit bovenstaand onderzoek is gebleken dat het slachtoffer uit Lisse, gebeld werd op haar huistelefoon, door een mobiel telefoonnummer [telefoonnummer] . Dit telefoonnummer van KPN zat in een mobiel toestel voorzien van IMEI-nummer [IMEI-nummer] . Te zien was dat dit toestel als mast verbinding maakte met de mast gevestigd aan de [adres] te [woonplaats] .
Uit bovenstaande bevindingen is te concluderen dat zowel Lisse als Heemskerk door hetzelfde telefoonnummer opgelicht zijn, vanaf dezelfde locatie.
Uit bovenstaand onderzoek is gebleken dat het slachtoffer van de [straat] , gebeld werd op haar huistelefoon door een mobiel telefoonnummer [telefoonnummer] . Dit telefoonnummer van KPN zat in een mobiel toestel voorzien van IMEI-nummer [IMEI-nummer] . Te zien was dat dit toestel als mast verbinding maakte met de mast gevestigd aan de [adres] te [woonplaats] .
Op 28 september 2024 heeft er een oplichting plaatsgevonden in [woonplaats] . Uit onderzoek van de telefoongegevens is gebleken dat het slachtoffer op haar mobiele telefoon gebeld werd door het mobiele telefoonnummer [telefoonnummer] . Dit telefoonnummer van KPN zat in een mobiel toestel voorzien van IMEI-nummer [IMEI-nummer] .
De oplichting gepleegd in [woonplaats] gepleegd op 28 september 2024 is gepleegd door een andere telefoonnummer, maar wel hetzelfde IMEI-nummer als welke gebruikt werd voor de [straat] .