ECLI:NL:RBMNE:2025:2834
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op inzageverzoek FSV-gegevens en verzoek om schadevergoeding
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 10 juni 2025, beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de minister van Financiën wegens het niet tijdig beslissen op zijn inzageverzoek op basis van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Eiser had op 1 februari 2022 verzocht om inzage in zijn persoonsgegevens die in de FSV stonden. De minister heeft op 13 mei 2022 een besluit genomen, maar eiser stelt dat hij dit besluit niet heeft ontvangen en heeft daarom beroep ingesteld wegens niet tijdig beslissen. De rechtbank oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat de minister tijdig heeft beslist en eiser geen recht heeft op een dwangsom.
Daarnaast heeft eiser een verzoek om schadevergoeding ingediend wegens vermeende onrechtmatige FSV-registratie en overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank oordeelt dat het verzoek om schadevergoeding wegens onrechtmatige registratie moet worden afgewezen, omdat de minister heeft voldaan aan de verplichtingen onder de AVG. Echter, de rechtbank erkent dat eiser recht heeft op een schadevergoeding van € 1.000,- wegens overschrijding van de redelijke termijn, aangezien de behandeling van zijn zaak langer heeft geduurd dan de wettelijk vastgestelde termijn. De Staat der Nederlanden wordt veroordeeld tot betaling van deze schadevergoeding aan eiser.