Uitspraak
1.[gedaagde sub 1] B.V.,
2.
[gedaagde sub 2] B.V.,
1.De procedure
2.De kern van de zaak
3.Het achtergrond van het geschil
“ [gedaagde sub 1](dat is [gedaagde sub 1] - kantonrechter)
heeft aangetoond dat de eigen pensioenregeling actuarieel en financieel gelijkwaardig is gemaakt aan de pensioenregeling van het Pensioenfonds”. Aan de vrijstelling is een aantal voorwaarden verbonden. Onder andere:
- “ [gedaagde sub 1] zal zorgen dat de eigen pensioenvoorziening gedurende de gehele periode waarop de vrijstelling betrekking heeft tenminste actuarieel en financieel gelijkwaardig is aan de pensioenvoorziening van het Pensioenfonds (het voorschrift van gelijkwaardigheid);
- Over invulling van het voorschrift van gelijkwaardigheid hebben [gedaagde sub 1] en het Pensioenfonds in afspraken gemaakt. Op grond van deze afspraken diende [gedaagde sub 1] te bewerkstelligen dat zij over de vrijstellingsperiode over een pensioenregeling beschikt op basis van een 3% premiestaffel, vermeerderd met 3% gederfd rendement, en de door het Pensioenfonds berekende bedragen te storten als aanvullende koopsom bij haar pensioenuitvoerders. Blijkens de door de pensioenuitvoerders verstrekte verklaringen heeft [gedaagde sub 1] aan dit voorschrift voldaan.”
4.De beoordeling
is. Gelijkwaardig betekent daarbij nadrukkelijk niet dat het bedrag dat een gepensioneerde werknemer ontvangt even hoog is als het bedrag dat zou zijn uitgekeerd door POB. POB moet een beschikbare premieregeling vergelijken met pensioenafspraken onder de uitkeringsregeling van het bedrijfstakpensioenfonds en daarbij moet zij rekening houden met het gegeven dat de uitkeringen onder een beschikbare premieregeling afhangen van het beleggingsrendement en de rentestand op de pensioendatum. De Minister heeft POB belast met deze toets omdat zij, als pensioenfonds, bij uitstek deskundig is om die toets uit te voeren. Dit laat onverlet dat POB niet alle toekomstige ontwikkelingen kan voorzien.
“Blijkens de door de pensioenuitvoerders verstrekte verklaringen heeft [gedaagde sub 1] aan dit voorschrift voldaan”.
vaststellingvan POB dat zij dit heeft getoetst en dat is gebleken dat [gedaagde sub 1] daaraan heeft voldaan, waarna het vrijstellingsbesluit is genomen. POB en [gedaagde sub 1] hebben daarbij gebruik gemaakt van de ruimte die de wet hen in dat kader biedt. Inmiddels is gebleken dat de keuzes die toen gemaakt zijn, zeer nadelig voor [eiser] hebben uitgepakt. Het is denkbaar dat die keuzes, indien bezwaar zou zijn gemaakt, hadden moeten worden gewijzigd. Echter, dat bezwaar is niet gemaakt op het moment dat het kon, en nu is het – zoals hiervoor toegelicht - daarvoor te laat.
alsna deze procedure alsnog een koopsom wordt gestort het pensioen nog steeds (over een zekere periode) lager is dan wanneer hij bij POB zou zijn aangemeld. Ten derde heeft tussen het moment waarop [gedaagde sub 1] de te storten koopsom had moeten berekenen en de daadwerkelijke berekening een maand tijdsverloop gezeten. Die latere storting heeft geleid tot rentederving. Dat de schade bij staat moet worden vastgesteld is gelegen in de aanname aan de kant van [eiser] dat [gedaagde sub 1] zal worden veroordeeld tot betaling van een aanvullende koopsom en dat daarmee rekening moet worden gehouden.