Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 juni 2025 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Conclusie
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 4 juni 2025.
Rechtbank Midden-Nederland
Op 4 juni 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen de Stichting voor Onderwijs op Islamitische Grondslag in Midden- en Oost-Nederland (eiseres) en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (verweerder). Eiseres had beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig had beslist op haar verzoek om herbeoordeling van werknemer [A]. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder te laat heeft beslist en heeft op basis van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) besloten dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft, omdat partijen geen gebruik wilden maken van hun recht om gehoord te worden. De rechtbank heeft het onderzoek op 15 april 2025 gesloten.
De rechtbank overweegt dat als een bestuursorgaan niet op tijd beslist, de betrokkene in beroep kan gaan, mits er eerst een ingebrekestelling is verstuurd. Eiseres had haar verzoek om herbeoordeling op 28 november 2022 ingediend. De rechtbank concludeert dat er geen onredelijk laat beroep is ingesteld, gezien de omstandigheden en de coulante houding van eiseres. De rechtbank bepaalt dat verweerder alsnog binnen twee weken na verzending van de uitspraak een beslissing moet nemen en legt een dwangsom op van € 100,- per dag bij overschrijding van deze termijn, met een maximum van € 15.000,-.
Daarnaast wordt verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van € 453,50 aan eiseres en het griffierecht van € 385,-. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.