Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
- de bekennende verklaring van verdachte op de zitting van 16 juli 2025;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 29 maart 2024, genummerd PL900-2024095985-14, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, pagina 11 tot en met 14;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 29 maart 2024, genummerd PL0900-2024095985-19, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, pagina 20 tot en met 23;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 28 maart 2024, genummerd PL0900-2024095997-3, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, pagina 34 tot en met 38;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 29 maart 2024, genummerd PL0900-2024095997-12, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, pagina 53 tot en met 56.
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
- een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden, met een proeftijd van 2 jaren;
- een taakstraf van 150 uren.
9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 47 van het Wetboek van Strafrecht en
- 3 en 11 van de Opiumwet;
10.BESLISSING
niet bewezenen
spreektverdachte daarvan
vrij;
bewezenzoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
strafbaaren kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
strafbaar;
een gevangenisstraf van 3 maanden;
een proeftijd van 2 (twee) jarenvast;
een taakstraf van 150 uren;