In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Dienst Toeslagen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen een beslissing van de Dienst Toeslagen over aanvullende compensatie, maar stelt dat er niet tijdig op haar bezwaar is beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden. Eiseres heeft op 21 oktober 2024 bezwaar gemaakt tegen de beslissing van 10 september 2024, en na een ingebrekestelling op 9 mei 2025 heeft zij op 12 juni 2025 beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is en dat de Dienst Toeslagen alsnog een besluit moet nemen. De rechtbank legt een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de Dienst Toeslagen de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast wordt de hoogte van de dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, omdat de termijn van 42 dagen is verstreken. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 453,50 en het griffierecht van € 53,- moet door de Dienst Toeslagen aan eiseres worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg op 28 augustus 2025.