Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 oktober 2025 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere
[vergunninghouder]uit [plaats] (vergunninghouder)
Samenvatting
Voorgeschiedenis en besluitvorming
Beoordeling door de rechtbank
4.1 Op grond van artikel 2.12, eerste lid, onder a, van de Wabo kan de omgevingsvergunning voor afwijkend gebruik van een bestemmingsplan slechts worden verleend indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en indien sprake is van een:
- binnenplanse afwijking (onder 1˚);
- een (kruimel)geval in de zin van artikel 4 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) (onder 2˚);
- grote buitenplanse afwijking, indien de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat (onder 3˚).
Conclusie en gevolgen
Met de omgevingsvergunning wordt het niet mogelijk gemaakt om (meer) feestjes te geven. De omgevingsvergunning strijdig gebruik, waarvoor de belangenafweging gemaakt moet worden, ziet alleen op de hoogte van een hekwerk. De overlast die eiser stelt te zullen ervaren van de feestjes, is niet het gevolg van de verhoging van het hekwerk, en is dan ook niet iets wat het college mee mag wegen als zij opnieuw op de aanvraag gaat beslissen.
Wat betreft de geluidsoverlast zal het college eenzelfde belangenafweging moeten maken. Bij die belangenafweging zal het college allereerst moeten beoordelen of de gestelde geluidsoverlast wel het gevolg is van de strijd met het bestemmingsplan (de hoogte van het hekwerk) waarvoor vergunning is verleend. Is de gestelde geluidsoverlast niet het gevolg van een strijdigheid met het bestemmingsplan, maar het gevolg van activiteiten die met het bestemmingsplan overeenkomen, dan is die geluidsoverlast ook niet iets wat het college mee mag wegen als zij opnieuw op de aanvraag gaat beslissen. Die activiteiten zijn dan immers al bij de vaststelling van het bestemmingsplan toegestaan.