In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Almere, wordt de rechtmatigheid van een invorderingsbesluit van de burgemeester van de gemeente Almere beoordeeld. Eiser, eigenaar en verhuurder van een woning, werd geconfronteerd met een last onder dwangsom van € 50.000,- na de ontdekking van een hennepplantage in zijn woning. De burgemeester stelde dat eiser de overtreding had aanvaard, omdat hij onvoldoende had gedaan om de hennepplantage te voorkomen. Eiser ging in bezwaar en beroep tegen deze beslissing, waarbij hij aanvoerde dat hij niet als overtreder kon worden aangemerkt.
De rechtbank oordeelt dat eiser niet kan worden aangemerkt als overtreder van de last onder dwangsom. De rechtbank concludeert dat de burgemeester ten onrechte heeft aangenomen dat eiser de overtreding had aanvaard. Eiser had weliswaar beschikkingsmacht over de woning, maar hij had geen reden om te vermoeden dat er opnieuw een hennepplantage aanwezig was. Eiser had stappen ondernomen om de huurovereenkomst te beëindigen vanwege betalingsachterstanden van de huurder en had geprobeerd de woning te inspecteren. De rechtbank vernietigt het besluit van de burgemeester en herroept de last onder dwangsom, waardoor eiser de dwangsom niet hoeft te betalen. Tevens krijgt eiser zijn griffierecht en proceskosten vergoed.