Uitspraak
1.De procedure
- de producties van [gedaagde partij]
- de mondelinge behandeling van 30 september 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnota van [gedaagde partij] .
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling
Spoedeisend belang
- op 9 september 2021 heeft een omwonende van [gedaagde partij] aan Jutphaas Wonen laten weten dat [gedaagde partij] al maanden niet in het complex is gezien en er al die tijd anderen in zijn huis wonen. Bij een aantal bewoners gaf het een onveilig gevoel dat er steeds ‘vreemden’ toegang hadden tot het pand;
- op 3 juni 2022 heeft de bewonerscommissie van het complex aan een medewerker van Jutphaas Wonen laten weten dat [gedaagde partij] nog weinig in zijn woning woont en dat er vooral anderen wonen. [gedaagde partij] zou bij familie aan de [straat] in [woonplaats] verblijven. De voorzitter van de bewonerscommissie zou [gedaagde partij] daar hebben gezien en gesproken;
- op 12 juli 2022 is er aan Jutphaas Wonen melding gedaan van twee incidenten. Op 18 juni 2022 zouden personen die hun intrek hadden genomen in de woning van [gedaagde partij] ruzie hebben gehad waarna de dame de woning was uitgerend en aan de overzijde van de galerij naar de man heeft geschreeuwd en vice versa. In de nacht van 2 op 3 juli 2022 is er opnieuw geschreeuwd. In dat geval stond de vrouw op het balkon van de woning van [gedaagde partij] en de man stond bij de hoofdingang;
- op 11 maart 2024 heeft de bewonerscommissie aan Jutphaas Wonen laten weten dat [gedaagde partij] al maanden niet zichtbaar is geweest en dat zij hadden vernomen dat hij in het ziekenhuis zou zijn opgenomen. Er zou een vrouw met kind in de woning zijn ingetrokken;
- een medewerker van Jutphaas Wonen heeft op 22 april 2024 aan de gemeente laten weten dat zij op 17 april 2024 van de bewonerscommissie heeft vernomen dat de bewoners uit de woning zijn vertrokken en dat [gedaagde partij] zelf weer in het complex was gesignaleerd;
- op 30 maart 2025 ontving Jutphaas Wonen opnieuw een melding dat [gedaagde partij] af en toe in het complex langs kwam, maar alleen om zijn post op te halen. Hij ging dan niet naar zijn woning toe. In de woning woonden twee mannen die de bewoners een onveilig gevoel gaven. De week ervoor waren ook twee vrouwen met een kind aanwezig. Een van de vrouwen spuugde uit het raam van de woonkamer naar buiten;
- op 10 april 2025 werd Jutphaas Wonen gebeld door een medewerker van aannemersbedrijf [bedrijf] , dat was ingeschakeld om werkzaamheden in het complex uit te voeren. Hij kwam niet met [gedaagde partij] in contact voor het maken van een afspraak in verband met de geplande werkzaamheden. Hij ging daarom bij de woning langs en belde aan. Hij zag dat er iemand in de woning aanwezig was, maar niemand deed open. Daarop hebben twee medewerkers van Jutphaas Wonen op 24 april 2025 een bezoek aan de woning gebracht. Na aanbellen zagen zij dat er iemand naar de voordeur kwam maar die deed eerst niet open. Na opnieuw aanbellen deed een jongedame open die verklaarde bij haar opa te logeren. Hij was niet thuis en ze wist niet hoe laat hij thuis zou komen. Ze kon op dat moment ook geen contact met hem krijgen. Ze heeft zijn nummer aan de medewerkers van Jutphaas Wonen gegeven. Die hebben geprobeerd contact met [gedaagde partij] te krijgen, maar het nummer was ‘tijdelijk niet beschikbaar’. Op 28 april 2025 zijn de medewerkers van Jutphaas Wonen nogmaals naar de woning gegaan. Dezelfde jongedame deed open. Zij probeerde haar opa te bellen maar kreeg ook geen contact. Hij zou wel later die dag weer thuiskomen volgens de jongedame. De medewerkers van Jutphaas Wonen hebben daarop gezegd dat zij tussen 14:00 en 17:00 uur zouden terugkomen. De jongedame verklaarde daarop dat zij om de hoek woonde en in de woning zou zijn om schoon te maken (wat niet strookte met wat ze een aantal dagen eerder had verklaard). Rond 11:40 uur die dag hebben de medewerkers van Jutphaas Wonen gezien dat er een andere jongedame met een leeg winkelkarretje naar de woning kwam. Circa 10 minuten later vertrokken beide dames en was de winkelkar gevuld met tassen en koffers. Daarvan heeft Jutphaas Wonen foto’s in het geding gebracht. Later die middag heeft een medewerker van Jutphaas Wonen samen met een medewerker van het aannemingsbedrijf nogmaals aangebeld en deed er niemand open;
- Jutphaas Wonen heeft vervolgens een buurtonderzoek gedaan bij een aantal omwonenden. Hun verklaringen zijn in het geding gebracht. Zij hebben verklaard:
“[…] nummer [nummer] wisselen van bewoners. Eigenlijk hoort er een man alleen te wonen. Ik schat dat de man tussen de 70 en 75 jaar oud is. Hij woont er of iets langer of even lang als wij en dat is zeven jaar. Ik zie de eigenlijke[huurder]
alleen de post komen ophalen, maar hij komt verder het pand niet binnen. Op dit moment is er een jong meisje die ik elke dag zie en er slaapt. Ik zie vaak wisselende personen. De eigenlijke[huurder]
slaapt niet op nummer [nummer] .”
“Op nummer [nummer] hoort een man te wonen. Ik kan verklaren dat deze man er niet woont. De man heeft er misschien een jaar gewoond en daarna wonen er steeds wisselende mensen. De man is denk ongeveer vijf of zes jaar geleden in de woning gekomen. Ik heb de laatste tijd alleen jonge dames de woning in en uit zien gaan. Ook heb ik jonge mannen gezien die de woning in en uit gingen. Ik weet ook dat werklieden eigenlijk nooit in de woning kwamen omdat er niet open werd gedaan. Ik zie de man af en toe in het gebouw lopen. De man gaat de woning niet binnen. Hij neemt de post uit de brievenbus beneden en dan gaat hij weer weg.”
“De bewoner van nr. [nummer] is nooit of bijna nooit aanwezig in de woning. Er zitten steeds andere mensen in de woning. Als je vraagt aan de mensen die er wonen, dan spreken ze geen Nederlands. De woning zou van “opa” zijn. Dit speelt al zeker 5 jaar. In deze jaren hebben er gezinnen, mannen, vrouwen, kinderen. Mannen met lange jurken. De laatste tijd verbleven hier 2 meiden in de woning. Meneer [gedaagde partij] is wel eens aanwezig, maar gaat niet naar binnen in de woning. Haalt vaak zijn post op en doet dan een rondje om gezien te worden.”
“Ik zie steeds verschillende “familieleden” in de woning zitten. Ik heb er een jong stel een paar maanden geleden zien wonen. Die hebben er zeker een jaar gewoond. De laatste tijd (sinds een week ongeveer) is de oudere meneer wel zelf in de woning aanwezig. Eerst kwam meneer alleen de post ophalen. Pas geleden zijn er 2 meisjes met een winkelwagen vol met spullen weg gegaan uit de woning. Deze heb ik toen zelf in de lift gezien.”
“er komen steeds andere gezinnen of personen in de woning op nummer [nummer] . De man die er hoort te wonen komt heel af en toe in het pand. Hij komt dan de post ophalen en loopt een rondje, maar gaat niet de woning binnen. Ik heb wel een keer gezien dat een jong stel met een winkelwagentje vol met spullen de woning verlieten. De andere gezinnen of personen die in de woning verblijven veroorzaken wel eens overlast, maar de man die er hoort te wonen veroorzaakt geen overlast. Het is een aardige man.”
gemotiveerdbetwist. Op de huurder rust dus een verzwaarde stel- en motiveringsplicht. Als een huurder daar niet aan voldoet kan de rechter uitgaan van de juistheid van de stellingen van de verhuurder zonder de huurder tot verder bewijs toe te laten [1] .
gemotiveerdte weerspreken. Daaraan heeft [gedaagde partij] niet voldaan. Als [gedaagde partij] werkelijk zijn hoofdverblijf in het gehuurde zou hebben gehad had hij in staat moeten zijn geweest om daarvan bewijzen over te leggen. Uit de nu door [gedaagde partij] overgelegde stukken is echter niet af te leiden dat hij zijn hoofdverblijf in het gehuurde heeft gehouden. Uit het huisartsenjournaal is hooguit af te leiden dat hij in 2024 een aantal weken in het ziekenhuis heeft gelegen, maar daarmee zijn de stellingen van Jutphaas Wonen over de rest van de periode niet weerlegd. Verder heeft [gedaagde partij] twee verklaringen overgelegd van de heer [A] . In de eerste verklaring schrijft hij dat [gedaagde partij] in het gehuurde zijn hoofdverblijf heeft, maar dit is verder niet onderbouwd. In de tweede verklaring schrijft hij: “
ik ben bijna 3.tot 4 keer met [gedaagde partij] op adres- [adres] .ok ik ga vaker naar zijn aanspraken bij huisarts of specialisern bij ziekenhuis.”. Het is de vraag of hieruit volgt dat [A] 3 à 4 keer
per weekin het gehuurde is geweest zoals [gedaagde partij] nu stelt. Dat staat namelijk niet in de verklaring zelf. Daar komt bij dat uit de verklaring niet volgt in welke periode [A] heeft vastgesteld dat [gedaagde partij] zelf in het gehuurde woonde. Als hij recent de woning weer heeft betrokken en er daarvoor niet woonde, neemt dit de eerdere tekortkoming namelijk niet weg.
driemaanden in de woning kon blijven in plaats van de aangeboden
tweemaanden en daar is Jutphaas Wonen mee akkoord gegaan. [gedaagde partij] heeft de termijn voor het eindigen van de huurovereenkomst dus uitonderhandeld naar drie maanden.