3.2.De rechtbank heeft het beroep op 28 augustus 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van verweerder.
Beoordeling door de rechtbank
4. Het gaat in deze zaak om de vraag of bijzondere bijstand moet worden toegekend voor dubbele huur, verf en een vloer (laminaat).
5. Bij de toepassing van artikel 35, eerste lid, van de Pw dient eerst te worden beoordeeld of de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt gevraagd zich voordoen, vervolgens of die kosten in het individuele geval van de betrokkene noodzakelijk zijn en daarna of die kosten voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. Ten slotte dient de vraag te worden beantwoord of de kosten kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de langdurigheidstoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm. Op dit punt heeft de bijstandverlenende instantie een zekere beoordelingsruimte.
6. De kosten van verhuizing en woninginrichting zijn incidenteel voorkomende algemeen noodzakelijke bestaanskosten, die in beginsel uit het inkomen op bijstandsniveau dienen te worden voldaan. Ook als voor het maken van deze kosten in het individuele geval een objectieve noodzaak bestaat, kan daarvoor alleen bijzondere bijstand worden verleend als deze kosten voortvloeien uit bijzondere omstandigheden en de kosten niet uit het inkomen en de aanwezige draagkracht kunnen worden voldaan. Of iemand voor de kosten heeft kunnen reserveren of de kosten via gespreide betaling achteraf kan voldoen, is een aspect dat moet worden beoordeeld in het kader van de vraag of de zich voordoende, noodzakelijke kosten voortvloeien uit bijzondere omstandigheden.
7. Tussen partijen is in geschil of sprake is van bijzondere omstandigheden en of de kosten uit het inkomen en de aanwezige draagkracht kunnen worden voldaan.
8. Eiseres heeft in beroep verwezen naar de gronden van bezwaar. Zij heeft in beroep nogmaals aangevoerd dat verweerder ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de schulden van eiseres. Daarnaast stelt eiseres dat deze situatie zich leent voor een maatwerkbeoordeling.
9. De rechtbank stelt vast dat verweerder in het bestreden besluit de bezwaargronden van eiseres gemotiveerd heeft weerlegd. Hierbij heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij door bijzondere omstandigheden niet kon reserveren. Dat eiseres schulden heeft is volgens verweerder niet een bijzondere omstandigheid. Verweerder heeft verder aan de hand van een berekening uitgelegd dat ook als de schuldaflossing wordt meegewogen, voor eiseres de mogelijkheid bestond om maandelijks een bedrag te reserveren. Eiseres heeft deze berekening niet bestreden en ter zitting heeft haar gemachtigde erkend dat die berekening klopt. Dit betekent dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij door schulden niet in staat was voor de kosten te reserveren. Eiseres heeft ook niet op andere wijze aannemelijk gemaakt dat sprake is van bijzondere omstandigheden en dat de kosten niet uit het inkomen en de aanwezige draagkracht kunnen worden voldaan. Gelet hierop kan de stelling dat er een maatwerkbeoordeling moet worden gemaakt niet tot een ander oordeel leiden. De beroepsgrond slaagt niet.
Conclusie en gevolgen
10. Het beroep is ongegrond. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.